Tuvalu deel 1 (Land #55) - Reisverslag uit Funafuti, Tuvalu van Tom Jussen - WaarBenJij.nu Tuvalu deel 1 (Land #55) - Reisverslag uit Funafuti, Tuvalu van Tom Jussen - WaarBenJij.nu

Tuvalu deel 1 (Land #55)

Door: Tom Jussen

Blijf op de hoogte en volg Tom

13 Maart 2012 | Tuvalu, Funafuti

Tuvalu (8 maart – 20 maart 2012 )

Weer zo'n land waarbij menigeen zijn wenkbrauwen fronst en zich al krabbend aan zijn hoofd zoals Laurel afvraagt waar dat in godsnaam ligt. Alleen te bereiken via Fiji, vliegend over 1100 km blauwe zee met kleine wolken die op wattenstaafjes lijken, ligt het 4de kleinste (onafhankelijke) land ter wereld. Bestaande uit 9 kleine atollen verspreidt over de pacific. Het hoofdeiland (Fongafale) is het enige eiland met een landingsbaan die bijna een kwart van de lengte van het eiland is. Lengte: 14 km. Breedste stuk: 200 meter, smalste stuk 20 meter. Het hoogste punt: 5 meter boven de zee. Aantal toeristen per jaar onder de 1000. Er is geen souvenir shop, geen tours, geen Mc.Donalds of een Coca Cola vending machine. Alleen maar puur Tuvalu.


De eerste indruk telt voor twee

Zodra we de landingsbaan aanraken met de wielen van het vliegtuig zie ik op nog geen 30 meter van de landingsbaan kinderen op stoelen staan die zwaaien. Het aantal wordt groter naarmate we snelheid minderen, tot dat we langs het gebouw van het vliegveld(je) rollen...daar staat de rest van de bevolking onder een afdak. Er komen maar 2 vluchten per week en het arriveren en vertrekken van het vliegtuig is een groot spektakel hier. Het piepkleine gebouw is ook nog eens vol gepakt met ambtenaren om je paspoort te stempelen, de drie kaarten in beslag te nemen die je moet invullen om Tuvalu binnen te komen en een vierkante meter is gereserveerd om de weinige bagage neer te zetten. Er zijn wel fittingen (verroest) maar geen TL lampen, je kan zo tegen het golfplaten dak aankijken want aan afwerking is niet gedaan. Er zit dus geen plafond. Het past een beetje bij het 50 jaar oude vliegtuig dat meer aan elkaar gelast is dan daadwerkelijk nog als geheel gezien kan worden. Heerlijk.
Mijn guesthouse is direct naast het vliegveld(je) en de landingsbaan. Vanaf mijn balkon is het letterlijk 40 meter tot waar het vliegtuig staat. Er is geen omheining of andere vorm van afscherming, alles is gewoon open en huizen staan pal ernaast. Zodra het vliegtuig aanstalten maakt om te vertrekken loeien er sirenes van de enige brandweerwagen op het eiland, iedereen neemt een stap terug en daar gaat het vliegtuig, weer terug naar Fiji. Zodra het vertrokken is wordt de landingsbaan weer gebruikt als weg, voetbalveld en om met de scooters te kneuren. Ik bedenk me eventjes hoe leuk het zou zijn om een potje voetbal te spelen op 1 van de landingsbanen van Schiphol.
Er zijn “echte” nummerplaten maar mensen maken zelf van plastic of hout een nummerplaat en schrijven er met verf de benodigde letters en cijfers op. Er is geen 1 traditioneel huis te bekennen, alleen huizen van dunne platen met soms zelfs graffiti erop of zelfs gewoon verroeste containers. Op veel plekken ligt de rotzooi en vuilnis gewoon voor de deur of tussen de bomen en struiken. Ze zijn hier heel erg religieus maar blijkbaar is iemand vergeten ze te vertellen dat God zijn paradijs waarschijnlijk graag schoon zou willen houden. Maar ja de eilandbewoners zullen wel denken dat bij de hevige regenbuien 's nachts en soms overdag (in beide gevallen regent het op enkele plekken naar binnen op mijn kamer) de meeste troep wegspoelt de zee in. Het kleine postkantoor in het overheidsgebouw verkoopt wel postzegels maar geen kaarten. Er is een kleine filatelisten winkeltje die uiteenlopende postzegels verkoopt zelfs met Elvis erop, D-Day en astronauten. Daar verkopen ze ook ansichtkaarten, de mooiste is gemaakt door een Nederlander! De andere twee (veel keuze dus) zijn heel simpel en komen van een toerist die 2 onscherpe foto's heeft gegeven aan de winkel en daar hebben ze dus ansichtkaarten van gemaakt. Zoals zo vaak in dit soort landen word ik tevens steeds van het ene kantoortje naar het andere gestuurd wanneer ik een bootticket probeer te regelen naar andere plekken, om uiteindelijk bij het eerste kantoortje waar ik stond te horen te krijgen dat het of niet kan of dat de boot stuk is of dat ze me gewoonweg niet kunnen helpen.
De eerste indruk is dus absoluut geen tropisch paradijs ergens ver weg in de Pacific.


Het beste uit Tuvalu halen

Echter er zit meer in Tuvalu dan je op het eerste ogenblik ziet. Net zoals Foppe de Haan ben ik positief ingesteld en ga ik het beste eruit halen dat erin zit. Foppe de Haan? Ja, inderdaad Foppe de Haan. Je kan wel stellen dat hij hier nu een legende is. De reden: omdat hij het beste uit Tuvalu heeft gehaald. In de zin van voetbal. Vorig jaar Augustus is hij hierheen gekomen of voor 6 weken bondscoach te worden van Tuvalu. Dit alles in werking gezet door een Limburgse (jawel, jawel) zakenman die Tuvalu officieel Fifa status wil geven. Het was meer een promotiestunt en de eerste indruk die Foppe kreeg was dezelfde als die ik kreeg; waar ben ik in Godsnaam beland, wat doe ik hier, hoe kom ik hier zo snel mogelijk weg. Voetballers kwamen veel te laat opdagen omdat ze even iets anders te doen hadden, vrouwlief wilde niet dat hij ging voetballen, hij moest nog eerst naar de winkel of ze kwamen helemaal niet opdagen. Het niveau was zo laag dat de kinderen van de basisschool in Kunrade nog van ze zouden winnen. Maar Foppe ging niet bij de pakken neerzitten (veel te warm voor hier) en ging aan de slag. Gooide al zijn van tevoren geplande Westerse strategieën en aanpakken overboord en zette zijn klok op “nul”. Na zes weken trainen begonnen de Pacific Games en Tuvalu werd uiteindelijk 4de, veruit de beste prestatie ooit! Foppe haalde het beste uit Tuvalu en dat ga ik ook doen.


Op de juiste plek op het juiste moment

Bovenstaande is een combinatie van puur geluk en nieuwsgierig zijn. Het geluk zit hem erin dat tijdens mijn verblijf hier in Tuvalu er een soort religieus festival aan de gang is dat voor de eerste keer gehouden word. Tegenover het guesthouse hoor ik plots zang en muziek. Het duurt slechts enkele tellen of ik sta beneden te kijken naar een groep (waarschijnlijk van 1 dorp) waarvan de mannen in het midden zitten en de vrouwen en een handjevol andere mannen erom heen staan te dansen. Ze dragen over hun kleding heen grasrokjes en bloemenkransen in hun haar. Het ritme en de snelheid van het dansen wordt bepaald door vijf mannen die rondom een kleine soort tafel zitten en erop slaan, de enige andere begeleiding is iemand die met 2 stokken op een stuk ijzer slaat. Het is een aaneenschakeling van gezang en na elk lied draaien de dames een rondje en doen een soort indianenkreet. Het tempo gaat per lied omhoog maar apart genoeg blijft het dansen op dezelfde rustige sierlijke manier. Geen gespring of gestamp maar vloeiende lijnen met handen en armen. Na het maken van de nodige foto's en filmpjes besluit ik mijn schoenen uit te doen en aan de rand van de cirkel te gaan zitten in kleermakerszit, zoals iedereen dat hier doet. Wat extra mooi is is dat het geen probleem is maar ook dat niemand op kijkt of erom lacht of er enige vorm van aandacht aan besteed dat ik erbij kom zitten. Ik wiegel mee op de melodie en klap met iedereen mee. Dit zijn van die momenten dat ik een glimlach heb van oor tot oor. Alle expats zitten in hun airconditioned hotel 100 meter verderop en ik zit hier tussen de bevolking mee te swingen op traditionele dans en zang.
Na een aantal nummers staat er telkens iemand op die een praatje doet, meestal gepaard gaande met veel gelach. De Tuvalu stand-up comedians? Er lijkt geen einde aan te komen maar gelukkig krijgen we tussendoor wat te drinken en ze slaan mij niet over. Dan na ongeveer 2 uur is het geheel voorbij, nog enkele mensen staan op om nog een woordje te doen. Voor mij de kans om nog even na te genieten en hier en daar wat foto's te maken.

Dat was het stukje geluk van op de juiste plek op het juiste moment zijn. Het tweede deel ervan, de nieuwsgierigheid, komt de dag erna. Mijn plan is om naar het Noordelijke puntje te lopen van het eiland. Onderweg zie ik een vrouw met sarong en daarover heen een grasrokje, bloemen in haar hoofd die haastig achter een soort kerkgebouw loopt. Ik besluit (uit nieuwsgierigheid) haar te volgen en te kijken waar ze heengaat en waarom. Zodra ik aan de waterkant kom staat de groep van gisteren allemaal volledig in traditionele kleding naast elkaar. Er worden tafels met voedsel neergezet terwijl een vrouw voor de groep staat die danst en allerlei soorten kreten en klanken eruit gooit. Het lijkt in eerste instantie op een bruiloft, mede omdat er 2 meisjes zijn die net iets anders en mooier gekleed zijn dan de rest. Hier moet ik het mijne van weten denk ik, ik kom erachter dat het geen bruiloft is maar dat er dus een religieus congres is en die zijn naar andere eilanden geweest en komen dadelijk terug. Dit is hun welkoms ontvangst. Het duurt niet lang of aan de horizon verschijnt een tiental boten, allemaal met elkaar verbonden en ik kan hun op afstand horen zingen. Het is echt magnifiek om dat mee te maken, zodra ze dichterbij komen beginnen ook de mensen op het vasteland te zingen en te dansen. Af en toe huppelt of draait 1 van de vrouwen even op haar eigen manier gecombineerd met een kleine kreet om vervolgens weer met de rest mee te dansen. Het is erg overweldigend, de dans, de kleding, de kleuren maar voornamelijk de energie in de lucht. Vooral dat moment dat de mensen in de boot begonnen te zingen en de andere groep erop reageerde, kippenvel.
Bij het aan land gaan krijgt iedereen een kokosnotensap rechtstreeks uit een kokosnoot over zijn of haar hoofd. Daarna nog een schelpenketting om hun nek en een sarong om hun middel. Wat een ontvangst! Stel je voor allemaal vrienden staan op Schiphol en ik loop door de schuifdeuren heen en ze beginnen een dansje terwijl ze klompen aan hebben, een zwarte broek en helpen dragen (hint, hint)!

Recht tegenover mijn kamer is er elke dag gezang en gedans vanwege de religieuze week. Ik ga er dus min of meer mee naar bed en sta er ook weer mee op. Echter de stemmen en klanken van deze Tuvaluaanse mensen is zo zuiver en passioneel dat ik er eigenlijk geen genoeg van kan krijgen.


Het leven op Funafati

Funafuti is de “hoofdstad” van Tuvalu. Het ligt op het hoofdeiland Fangafale. Maar waar Funafuti eigenlijk begint en eindig is niet duidelijk. Lopend richting het zuidpunt kom ik allerlei woningen tegen maar geen eentje is traditioneel wat ik wel jammer vind. Alles is van gammele houten platen en golfplaten. De inwoners gooien alle troep gewoon op straat of in het water. Ik schud mijn hoofd. Maar ik moet me ook bedenken dat deze mensen vroeger geen plastic hebben gekend en alles uit de weinige natuur hier haalde. Vis, kokosnoten, bananen en alle resten werden gewoon weggegooid en door de varkens opgegeten. Als het ware doen ze nog steeds wat ze traditioneel deden alleen is het nu met afval dat blijft liggen. Wat wel erg traditioneel is, is dat de overledenen voor of naast het huis begraven worden in kleine hutjes. Allemaal versierd met plastic bloemen en kleurrijke slingers. Het is zo mooi om te zien dat ze zich voor de versiering meestal de moeite nemen terwijl het hutje erom heen om instorten staat.
De paar kleine winkeltjes die er zijn geven niet een erg hoopvol teken. De boot met nieuwe voorraad is er nog lang niet en de meeste planken zijn letterlijk leeg. Geen verse producten, het meeste bestaat uit ingeblikt fruit en corned beef.
Lopend langs het strand op dood koraal kom ik enkele bouwvallige hutten tegen op palen. Het lijkt erop dat het elk moment kan instorten. Kleding, halve koelkasten, verroeste spullen en plastic zakken zijn de enige getuigen van mijn aanwezigheid. Het is zo'n groot contrast, deze vervuiling en krakkemikkige onderkomens in vergelijking met de dans en zang die deze zelfde mensen ten gehoor brengen. Je wilt ze gewoon eens goed de oren wassen!
Terug op de hoofdweg merk ik dat ik langzaam het einde van het eiland nader. De weg is nog maar 1 kleine strook breed, ik kan zowel links als rechts het water zien en na een paar minuten gaat de verharde weg zelfs voor de laatste tweehonderd meter over in een pad. Ondertussen passeer ik kleine overdekte hutjes waar de bevolking gedurende de heetste uren van de dag rusten en slapen. En geloof me zo dicht bij de evenaar zijn er veel heetste uren van de dag. Mijn voeten blijven doorlopen tot het tipje van het eiland. Iets verderop licht een ander (onbewoond) eiland en bij eb kan je er heen lopen maar nu bij vloed maakt de zee zich meester over dit gedeelte. Links breken de golven op het rif en is het water onrustig, terwijl aan de rechterkant de lagune is en het water kalm is. Het is een bijzonder contrast en doet me plots denken aan mijn familie in Curaçao waar ik dit ook heb gezien.
Alle vunzigheid en viezigheid hebben mijn humeur niet klein gekregen en ik geniet van dit bijzondere (ei)land terwijl ik over de zee staar en me bedenk dat ik nu echt een stipje ben op een eiland dat zelf slechts een klein stipje is op onze aarde. Mijn gedachten worden onderbroken door de opkomende regen. Ik besluit om terug te lopen langs de nu lege hangmatten hopende dat de regen dit 5 meter hoge eiland met rust laat. Maar op de een of andere manier moet de regen juist hier neervallen van alle plekken in de hele pacific! En het komt met bakken naar beneden. Enkele lokale wuiven naar me dat ik onder hun afdak kan schuilen en ik raak met ze aan de praat. Nadat de regen merendeels voorbij is en ik wonderbaarlijk droog ben gebleven bieden ze me een rit naar het guesthouse aan. We stappen met 5 man in de pick up en zodra deze optrekt, plenst het water via een gat in het dak naar binnen toe en ben ik uiteindelijk toch nog nat. Ik vind het prachtig!


La Discotheka de Tuvalu!

Als ik in de buurt komt van Tuvalu's enige “Discotheek” hoor ik de R&B en techno muziek al uit de speakers knallen. Ik arriveer aan de late kant voor Tuvaluaanse begrippen, 23:00. Betaal netjes mijn entree en betreed wat zonder twijfel de meest trieste discotheek ter wereld is. De helft is open, omgeven door wat opgestapelde betonblokken. Waarschijnlijk niet om mensen te beletten van buiten naar binnen te kom en maar en mensen binnen te houden en ze geen kans te geven te ontsnappen. Het lijkt op een gevangenis, inclusief verroeste prikkeldraad op de omheining. De andere helft bevindt zich onder een gammel afdak, bij elkaar gehouden door kerstverlichting die hinderlijk flikkert en vrolijk van kleur verandert. Tevens hebben ze een kleine laser en een lichtbol die de Bart Smit vast en zeker verkoopt vanaf leeftijd 7+. Het enige barpersoneel is een man die zowel stokoud en stokdoof is *. Er blijken alleen maar jongemannen binnen te zijn die allemaal gezamenlijk op scooters over de landingsbaan zijn aan komen rijden. Na een bezoek aan een discotheek waardige wc, zonder toiletdame, verschoon ik mijn longinhoud aan een tafeltje. Slurpend aan een blikje bier en de lege dansvloer gadeslaand krijg ik een bezoeker. De jongeman geeft me zijn hand, ik schud hem en geef hem beleefd terug. Ik heb per slot van rekening al twee handen en weet geen raad met een derde. Zijn mond beweegt in een hoog tempo maar ik kan na 10 minuten er nog steeds geen wijs uit maken of hij Tuvaluaans of Engels tegen me praat. Ik besluit meer bier te halen en geef hem ook een blikje in de hoop dat hij stil is of dat dit bier een magische toverdrank is waardoor ik hem kan verstaan. Ik heb pech, geen van beide gebeurt. Nu heb ik spijt dat ik zijn hand heb terug gegeven hij was handig van pas gekomen om (1) een oor te bedekken om zijn wartaal niet te horen (2) voor mijn mond te houden om mijn gapen te verbergen (3) hem met zijn eigen hand voor zijn kop te slaan (4) zijn eigen hand in zijn mond te steken om het gebrabbel te stoppen. Terwijl ik daar zit, passeren nog talloze komische opties mijn brein maar ik besluit beleefd te zijn en af en toe te knikken alsof ik enig idee heb waar hij het over heeft.
De dansvloer blijft leeg. Veel drukker dan de 20 aanwezigen wordt het niet. Meneer Wartaal heeft me ondertussen verlaten. De kerstverlichting bij 30 graden werkt me op de wekker.....die gaat plots af en ik besluit op te staan en te vertrekken. Maar ik heb wel even het nachtleven van Tuvalu gezien.

* Stokoud en stokdoof. Als er een taal is met gezegden dan is Nederland bij verre nummer 1. Ik vind ze geweldig. Begrijpen doe ik ze niet allemaal helemaal. Vandaar het *tje. Stokoud: oude mensen lopen met een stok? Maar stokdoof? Die snap ik helemaal niet. Heb je dan eerst geprobeerd met een stok je oren schoon te maken en is het fout gegaan? Wie kan me helpen met die uitleg? Kan ook iemand me meteen uitleggen waarom ik een heel stuk heb gewijd van het geweldige nachtleven van Tuvalu?




Schelpen zoeken

Via coconut radio heb ik gehoord dat enkele mensen, die in het enige hotel dat Tuvalu heeft verblijven, een dagtocht naar een onbewoond eiland willen maken. Tommy gaat mee. Stipt 9:00 staan we klaar. Tik, tak, tik, tak, 9:30. We vertrekken over een half uur geeft de schipper aan. Tik tak, tik, tak 10:00. Zoot stuk er komt een andere. Terwijl de rest netjes blijft wachten besluit ik naar de kerk te lopen waar een zondagdienst aan de gang is. Terwijl ik het gezang tegemoet loop kom ik een mevrouw tegen uit Oostenrijk die ook in het vliegtuig hierheen zat. Al enkele malen heb ik met haar en haar man een kort gesprek gehad. Haar Engels is niet geweldig en ze vindt het prachtig om Duits met me te praten, jawohl. De kerkdienst haal ik dus niet. Terwijl we praten verzamel ik wat kleine schelpen op het strand en voordat ik het weet komt er een kleine jongen naar me toe die me begint te helpen. Heerlijk Tom Palengi de slaven- en kinderarbeider ha, ha. Na een tijdje scharrelen er een stuk of vier van deze jongens op het strand op zoek naar schelpen. Het idee was om er een handjevol te verzamelen en te gebruiken voor 1 van mijn schilderijen als ik weer thuis ben maar ik heb handen tekort (had ik toch die van dan die gast uit de discotheek moeten houden). Van mijn buidel maak ik een tas en terwijl de jongens vol overgave schelpen erin blijven leggen blijf ik aan de andere kant praten in de Germaanse taal.
Uit het niks komt er een kleine jongen uit de kerk rennen, gaat een halve meter naast me staan, schuift zijn sarong aan de kant en begint te piesen. Krijg ik uiteindelijk dan toch wat heilig water uit de kerk.


Bounty Eiland
Na 2 ½ vertraging komt de kleine open boot dan uiteindelijk toch aanvaren en gaan we onderweg voor een kleine 18km naar het onbewoonde eiland. Vanaf afstand ziet het er al mooi uit en hoe dichter we bijkomen hoe zichtbaarder het is dat dit eiland beschikt over een heel andere sfeer dan het hoofdeiland. Zodra ik mijn voeten in het kraakheldere blauwe water zet was ik de viezigheid en rotzooi van me af. Geen vervuiling hier, geen rotzooi op het parelwitte strand, geen teken van aanwezigheid van mensen. We leggen onze weinig spullen in de schaduw van een rij palmbomen, pakken een koud bier uit de koelbox en gaan lekker in het water zitten. Riep ik pas geleden nog: reizen is geen vakantie! Nou, op deze momenten moet ik daar even op terug komen ha, ha. Zo relaxt is het hier, paradijselijk! Veruit het mooiste stukje strand dat ik tot nu toe op deze reis heb meegemaakt. Na de vloeibare versnapering doe ik mijn duikbril op en duw de sjnorkel in mijn mond om rustig over het koraal te dobberen. Het water heeft een heel aangename temperatuur en als het sjnorkelen niet zo mooi was zou ik zo in slaap kunnen vallen. Dan voel ik plots een vis die aan mijn tepel zuigt (mmmh dat klinkt erg raar maar ja hoe noem je het anders)....ik schrik even en jaag hem weg, even later gebeurt het opnieuw.....dan begrijp ik het. Ze zijn niet geïnteresseerd in mijn ontzettend mooie mannelijke en sexy tepel (ahum) maar in mijn piercing!!! Die glinstert natuurlijk in het water en trekt hun aandacht. Het is vanaf dan dus met 1 hand zwemmen en met de andere hand op mijn borstkas. Even later zit ik weer bij de anderen met opnieuw een koud biertje in de hand. Op de achtergrond is onze bootman al begonnen aan het maken van de bbq lunch, op een kleine bakplaat en een vuurtje van palmbladeren. Verse vis, wat worstjes, varken en rijst. Een sensatie voor de smaakpapillen. Na de lunch besluit ik om rond het eiland te lopen, een wandeling van niet meer dan 20 minuten. Voor me ligt een uitgestrekt strand met parelwit zand zonder voetstappen, slechts kleine stip-afdrukken van kleine krabbetjes die leiden van hun hol naar de zee en terug. Aan de linkerkant alleen maar palmbomen, rechts de blauwe oceaan. Op mijn gemak loop ik hier, in een stralende zon, zonder zorgen aan mijn hoofd. Geen servicelevel dat in het rood staat, geen worstelwedstrijd die ik moet voorbereiden, geen afspraak waar ik heen moet, geen potje Kolonisten van Catan waarvoor ik moet strijden, geen wekker die dadelijk afgaat en me wakker maakt uit deze droom.....deze droom leef ik echt......

  • 29 Maart 2012 - 17:20

    Aap:

    Blij te lezen dat je de positiviteit weer gevonden hebt! Het kon natuurlijk ook nooit lang duren bij jou. Sympathiek van je dat je die mannen in Tuvalu's enige gay bar hebt vermaakt! Wist je wel dat er een een superleuke discotheek is aan de andere kant van het eiland? Daar gaan alle wél hippe mensen heen ;). Ik moest nog aan je denken toen ik gisteren na een uitputtende sessie hindu squats uitgestrekt in het gras van de zon aan het genieten was. Weliswaar geen zuigende vissen, maar wel een liefkozende poes die er gesteld was op mijn linkerbeen :). Zie je snel weer!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Reizen is mijn passie, mijn passie maak ik waar, elke dag in gedachten en zo vaak mogelijk in werkelijkheid. The world is out there...travel it!

Actief sinds 28 Nov. 2011
Verslag gelezen: 2515
Totaal aantal bezoekers 49808

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2011 - 29 April 2012

DownKunder

Landen bezocht: