Tuvalu deel 2
Door: Tom Jussen
Blijf op de hoogte en volg Tom
19 Maart 2012 | Tuvalu, Funafuti
Er is maar 1 manier om meer van Tuvalu te zien en dat is om mee te reizen op een cargo boot die andere eilanden bevoorraad. Boten zijn niet mijn beste vriend, ik ben zeeziek. Zeker niet als ik er lange tijd op moet verblijven zoals nu. Hoe kleiner de boot hoe minder blij ik ben. De Nivaga II waar ik op vaar is een niet al te grote boot. Ik ben dus niet echt blij. Na mijn zeer slechte bootervaringen in Indonesië 6 jaar geleden had ik besloten nooit meer zulke tochten te ondernemen, behalve als ik geen andere keuze heb om op een bepaalde plek te komen. Na Antarctica moet ik me dus opnieuw aan een boottocht onderwerpen.
Een dag eerder heb ik Rosa en Lasse uit Denemarken al even leren kennen, zij reizen samen over de wereld en hebben ook besloten om mee te gaan op de boot. We zijn de enige Palengi's op de boot. Dit keer gaat de boot de drie meest Noordelijke eilanden bevoorraden, deze liggen het verst weg van het hoofdeiland en het dichts bij de evenaar. Iedereen slaap buiten op het dek. Als wij arriveren zijn de plekken al bezet en is er nauwelijks ruimte. Er zijn geen bedden, iedereen legt een geweven mat neer op de grond en zet zijn of haar spullen erop. Sommige mensen hebben dunne matjes. Hele families proppen zich op elkaar voor een plekje. Er is een golfplaten dakje boven en een blauw zeil aan de zijkanten dat in geval van regen naar beneden kan. Het hele slaapdek is wellicht 15 bij 15 meter groot. Gelukkig heb ik een geweven mat kunnen lenen van iemand en een dun kussen uit het guesthouse. Rosa en Lasse hebben 1 dunnen slaapmat bij zich. We besluiten vanwege het gebrek aan ruimte om op het dek naast de brug te gaan slapen waar de kapitein is. Slechts een klein afdakje beschermt ons en er is geen blauw zeil voor beschutting tegen eventuele regen. Nadat we alle spullen hebben neergelegd gaan we eens rustig bekijken wat er allemaal gaande is op de boot. Aan de voorkant zien we dat varkens in kleine hokken worden gezet naast allerlei tonnen, een paar scooters, allerlei voedsel, 2 bootjes en allerlei materiaal dat naar de afgelegen eilanden gaat. Een hok me 2 varkens staat onafgedekt in de bloedhete zon, Rosa en ik besluiten om iets boven op de kooi te leggen zodat ze schaduw hebben. Dan komt er een stoet zeemannen aan in witte pakken. Ze vormen 2 rijen en dan zien we op afstand dat een aantal van hun een grafkist draagt. Plechtig staan ze rechtop. De kist wordt op een houten tafel gezet en ziet er niet al te stevig uit. Hij is bedekt met plastic bloemen. Mensen erom heen lijken niet verdrietig ik zie ze zelfs lachen. De dood heeft hier een andere betekenis dan bij ons kom ik later achter.
Het duurt uren voordat alles ingeladen is en uiteindelijk vertrekken we dan. De zee is redelijk rustig maar na een uur moet ik echt plat liggen. Overal op het schip kan je de uitlaatgassen van de motor ruiken die me extra misselijk maakt. Zodra het avond is wordt het pikkedonker en kunnen we genieten van een prachtige sterrenhemel. Terwijl de boot langzaam over de zee vaart, trekt boven ons een schilderij van talloze heldere sterren en melkwegstelsels voorbij. Het is adembenemend en is een goede remedie tegen mijn zeeziekte. Mijn ogen stralen praktisch net zo helder als de fonkelende sterren. Met onze bovenlichamen liggen we op de dunne matras, onze benen liggen op de dunne geweven mat. Het is niet comfortabel maar wel een hele ervaring om mee te maken en dat telt ook mee als je op deze manier reist. Tijdens de nacht voel ik af en toe een kleine spetter op mijn gezicht. Half in slaap denk ik dat er wellicht nu en dan wat water opspat vanuit zee door de wind. Echter als ik naast me aan mijn backpack voel is deze erg nat. Verschrikt kom ik overeind en het blijkt al een tijdje te regenen. Aan de kant van mijn backpack loopt en spettert het water naar beneden. Rosa en Lasse springen ook op en aan hun kant is het ook al nat. Gelukkig mogen we onze natte tassen op de brug zetten bij de kapitein. Echter we zullen wel buiten moeten blijven slapen. Gelukkig stopt de regen even erna en is de helft van onze slaapplaats in ieder geval nog droog. Als we eindelijk de slaap weer vatten komt de zon alweer op. De eerste nacht zit erop.
De zon droogt het meeste van onze spullen die op de grond liggen. En na 18 uur op de boot zien we eindelijk land.
Niutao
Het eerste eiland dat we zullen bevoorraden is Niutao. Maar voordat we aan land gaan komt er iemand aangeven dat er veel meer spullen zijn die we moeten uitladen dan normaal en dat we in plaats van zondag (het is op dat moment donderdagochtend) pas woensdag of donderdag terug zijn op het hoofdeiland. Ooops. Ik heb net een dag eerder mijn vliegticket omgeboekt van de 27ste naar de 20ste (dinsdag). Die vlucht ga ik dus missen. De eerst volgende vlucht uit Tuvalu is donderdag en het is dus onzeker of ik dan mee kan vliegen of dat ik dan überhaupt terug ben op het hoofdeiland. Echter dat zijn zorgen voor later bedenk ik me, nu ben ik hier om wederom iets unieks mee te maken. Zoals ik in mijn eerste reisverslag over Tuvalu snel heb aangegeven komen er slechts zo'n 1000 toeristen per jaar naar dit piepkleine landje. Het overgrote deel komt niet verder dan het hoofdeiland. De andere kleine eilanden krijgen ongeveer 20- 30 palengi's per jaar op bezoek. Het is dus heel speciaal om hier te zijn. Dit is weer eens echt van de gebaande wegen reizen. Heerlijk!
De cargo boot kan niet tot aan het strand komen vanwege het koraalrif om de eilanden. Telkens worden er dus 2 kleine boten via een hijskraan overboord gezet om mensen en materiaal te vervoeren. Een heel tijdrovend spektakel. Dan is het onze beurt om in de boot te stappen om naar het eiland te gaan. Zodra ik voet aan wal zet doe ik een vreugdedansje! Het is wederom een piepklein eiland. Zonder accommodatie die je kan boeken, zonder verharde weg, alleen een klein supermarkt waar ze simpele dingen verkopen. Verwacht geen diepvries of koeling, ze verkopen echt alleen basis producten en ingeblikt vlees en fruit. De huizen zijn eenvoudig en het leven is hier veel traditioneler dan op het hoofdeiland. Ik ben eindelijk in het echte Tuvalu aangekomen. Aangezien er geen guesthouse of andere plek is om te slapen ben je afhankelijk van lokale mensen die je uitnodigen om bij hun te slapen. Al snel komen we aan de praat met een oudere man die vroeger leraar is geweest en aanbied de nacht in zijn huis te slapen. Het is een klein huisje met 2 kamers voor wat spullen, de slaapkamer is buiten op een soort veranda. Geen ramen want anders kan de eventuele wind er niet doorheen blazen. Het staat direct in contact met buiten. De oud leraar wilt graag enkele woorden in het Deens en Nederlands leren. Ik vertaal alles netjes; woorden zoals jongen, meisje, vrouw en man. Hij wilt ook graag weten wat dankjewel is in het Nederlands, dat is natuurlijk: SJNOR! Het is hier een gewoonte om iedereen voor alles te bedanken, er wordt die dag dus veel gesnordt! Ha, ha
We zetten onze spullen neer en gaan het eiland verkennen. Wat opvalt is dat er nogal redelijk wat scooters rondrijden, iedereen geeft aan dat alles ver lopen is. Daar moet ik nogal om lachen want het hele eiland is 3,8 km2 groot en iedereen heeft letterlijk alle tijd van zijn leven. We passeren de gevangenis die bestaat uit een klein betonnetje gebouw met 2 ruimtes. Je loopt letterlijk van buiten direct de cel in en staat dan achter ouderwetse tralies. Bovenin zijn 2 ramen met tralies geschilderd!
We worden uitgenodigd voor lunch door iemand die we op de boot even hebben gesproken. Lunch nuttigen ze hier niet in hun huis maar in een klein overdekt huisje waar ze normaal ook in de middag slapen. Op een dun matje zitten we in kleermakerszit. Voor ons wordt het eten neergezet; lokaal fruit, verse vis en koude spaghetti uit blik. Dat laatste maakt me dan weer aan het lachen. Je krijgt een bord, maar eten doe je met je handen. Het is een heerlijke maaltijd en we praten met Elise die ons heeft uitgenodigd. Dit is het huis van haar zus, zelf woont ze op het laatste eiland waar we heengaan. Het is hier gebruikelijk om mensen van andere eilanden onderdak aan te bieden en eten. Het is een vriendelijke gewoonte van Tuvalu waar we maar al te graag gebruik van maken.
Na de lunch slenteren we verder over het eiland en even later worden we uitgenodigd voor een kop koffie door een oude zeeman en zijn vrouw. We zitten weer in een open hutje en we wisselen verhalen uit. De zeebonk heeft overal over de wereld gevaren en heeft ook Rotterdam en Amsterdam aangedaan, maar nog nooit van Goldstrike gehoord. Dus vereeuwig ik hem en mijn fles op de foto. Iedereen is hier heel vriendelijk en gemakkelijk in de omgang. Een echt eiland leven.
Aangezien ik me niet heb kunnen douchen vanochtend en ik met deze hitte nogal zweet wil ik graag douchen. Geen probleem zegt onze gastheer als we terug zijn bij onze slaapplek. Hij komt even later terug met een emmer water en een lege blik. Ik weet meteen wat me te doen staat, ik zeep mijn bovenlichaam in en mijn haren en vul de blik met water. Hoos deze meerdere malen over me heen en geniet van deze simpele toch effectieve open lucht douche.
Nadat ik iets schoner ben trekken we allemaal een sarong aan (doek om het middel) en gaan we naar de begrafenis van de man die hier in zijn kist naartoe is vervoerd. Dit is zijn eiland. Uit bronnen vernemen we dat hij met speervissen is verdronken en dat iemand reanimatie op hem heeft gedaan die zou hebben geholpen. Echter ipv daarna naar het ziekenhuis te gaan heeft de vader zelf traditionele toverkunsten gedaan die helaas niet effectief bleken te zijn. Hier op deze eilanden (en vele anderen in de pacific) geloven veel mensen nog in deze lokale toverdokters en hun rituele manier van mensen helpen.
Uiteraard is dit geen begrafenis zoals wij die hebben, het klinkt raar en ik bedoel het niet onrespectvol maar deze zijn veel leuker dan thuis. De begrafenissen en alles erom duren vaak meerdere dagen. Hele families komen bijeen, ook van andere eilanden. Er is veel zang die erg mooi is en niet sober, mensen vertellen verhalen en grappen en geloven erin dat de pure ziel naar een betere plek gaat. Dit alles vindt plaats in een overdekte maar open ruimte in het midden van het dorp waar alle belangrijke zaken plaatsvinden. Daarbuiten zit de rest van het dorp, en in dit geval wij dus ook, en wordt er eten gemaakt en luistert iedereen naar de begrafenis. We zitten wederom in kleermakerszit op de grond in onze felgekleurde sarongs. Het eten komt uit grote potten en het bord bestaat zoals zo vaak uit een palmblad. Rijst, een zoetige prak en een behoorlijk stuk vlees worden door mijn blote handen in mijn mond gestopt. Het voelt heel speciaal om hier te zijn tussen de lokale mensen en om dit mee te maken. Voor hun is het ook speciaal dat er buitenstaanders bij zijn en vooral de kinderen vinden het maar al te prachtig om op de foto te gaan.
We slapen in een open ruimte zonder ramen zodat de weinige wind die er is ons enigszins kan verkoelen. Boven de matjes worden muskietennetten gehangen. Helaas zit deze vol met grote gaten waardoor ze weinig effect hebben. Het is een behoorlijk warme nacht en ik vraag me af hoe deze mensen het hier uithouden als er helemaal geen wind is. De volgende ochtend breng ik een bezoek aan het toilet. In een krakkemikkig huisje staat iets dat op een toilet lijkt. De pot is enigszins scheef gebouwd maar heeft wel een toiletbril. Je kan zo naar binnen kijken tot ik ontdek dat het stuk stof voor mijn neus als gordijntje hoort te dienen. Het ziet er smerig uit en lijkt meer op gebruikt toiletpapier dan op een stukje stof. We lopen nog een stuk over het eiland en bewonderen de hutjes en de mensen. We doen nog ene kort bezoek bij de zeebonk die opnieuw een stevige kop koffie voor ons maakt. Het kleine stukje strand is op zich erg mooi alleen zie je om de zoveel meter overal een hoop troep liggen en bij eb overal stukken T-shirts en korte broeken die in de wortels van de bomen hangen.
Dan is het weer tijd om terug te keren naar de boot. Vanaf het strand stappen we in de overvolle kleine sloep en terwijl we vertrekken zwaaien de oud leraar en zijn kleinzoon ons uit. Terwijl we vertrekken roep ik nog een laatste keer: SJNOR! en lach hardop als ik luidkeels SJNOR! terug hoor roepen.
Op de boot is er nu genoeg plaats om tussen de lokalen te liggen op het dek. Beschut van regen en wind. Mensen spelen kaart, kinderen rennen rond en de boot begint aan zijn volgende tocht. Het avondeten is vlees uit blik met een soort spaghetti, geserveerd in een rode plastic bak. Puur en alleen om mij te pesten zit de sticker van wat er eerst in zat nog op het deksel. Mijn pijn in mijn ogen en watertandend kijk ik naar de meest mooie afbeelding van een coupe ijs....zucht. Wederom liggen we half op het dunne matrasje en half op de grond. Het slaap niet geweldig maar het kan ermee door. Wat veel erger is, is de lucht die ik moet inademen; 1 adem verse lucht, 4 adems lucht van de motor en 5 adems lucht van het toilet, dan weer 1 adem verse lucht etc.
Het toilet is ondertussen een chemische ammoniakbom geworden, de toiletpotten zitten vol met papier en stront en de plas glijdt van links naar rechts over de vloer.
Nanumanga
Na een nacht op de boot komen we aan op het tweede eiland, Nanumanga. We worden onthaald met een mooi regenboog. Er staan een aantal vrouwen met bezems bij de kerk te schuilen voor de Motregen. Elk klein eilandje heeft zijn eigen kerk. Een gebouw dat naar mijn mening erg afsteek tegenover de simpele hutjes waarin de mensen leven, deze heeft zelfs glas-in-lood. Het verwondert me soms hoever de missionarissen in die tijd gingen om het geloof te verspreiden (zowel in termen van afstand als in hun methodes).
Al snel belanden we bij een lagune. Het water is zout maar minder dan de zee. Er is geen directe verbinding tussen land met zee, alleen via een ingewikkeld grottenstelsel onder de grond. Het water is vrij ondiep maar door de kleine grotten vol met vissen. Met de sjnorkel in de mond en mijn duikbril op dobber ik door het water. Sommige inhammen zijn groot genoeg om een stukje in naar beneden te zwemmen andere zijn net groot genoeg om naar binnen te gluren. Terwijl ik daar lekker geniet van het onderwater wereld komt er rustig een schildpad voorbij zwemmen.....een wat? Een schildpad! Het duurt heel even voordat het tot me doordringt! Onverwachts toont de natuur me weer even een bijzonder moment. Aangezien ze hier zelf geen sjnorkels en maskers hebben leen ik die van mij aan de lokale kinderen en mannen en die maken er gretig gebruik van. Rosa, Lasse en ik gaan gaan ondertussen bij de vrouwen zitten aan de kant van de lagune. Tot hun middel staan ze erin en naast hun dobbert een emmer met verse dode vis. Ze pakken er eentje uit, bijten de staart eraf of snijden die met een mes eraf. Dan snijden ze de vis open en eten hem rauw op. Waanzin, een open sushi bar in een lagune! Ik heb ondertussen al zoveel rare dingen gegeten op mijn reizen dat ik dit keer beleefd oversla. Lasse neemt ondertussen grote beten uit zijn vis met het enige commentaar dat het een beetje zout smaakt. Ook Rosa peuzelt voorzichtig aan een vis. Ik bijt op een cracker. Zittende aan de waterkant bedenk ik me dat het reizen niet puurder dan dit kan worden. Ik zit hier daadwerkelijk tussen het echte leven van Tuvalu. Net als je het niet gekker kan verwachten stopt er een soort tuk-tuk achter ons om ons een stuk van het eiland te laten zien. Na een rondje over het eiland hebben we thee en koffie bij de oud minister president van Tuvalu. Er zijn 15 zetels en zijn partij had er 9 echter na verloop van tijd zijn er 2 mensen overgelopen naar de andere partij en kwam hij dus in de oppositie terecht. Nu stemt hij dus tegen alle voorstellen van de andere partij. Als we hem vragen of hij dat ook doet indien het een goed plan is voor de bevolking geeft hij volmondig en eerlijk toe dat hij ook dan tegen stemt.
Als lunch krijgen we een heerlijk varken opgediend, alles zit er nog aan. Beleefd vraagt onze gastheer of hij de tong en kaak mag hebben. Ach waarom ook niet denk ik, of moet ik nu ook tegen zijn voorstel stemmen bedenk ik me plots?
Het is wederom een relaxt eiland ver van alle hedendaagse zorgen, maar helaas hebben we slechts 1 dag om hier te vertoeven want in de avond vertrekt onze boot weer naar het derde en laatste eiland. Voor het zover is moeten er nog een aantal zaken worden uitgeladen en op het strand staat een kleine truck om alles te vervoeren. Als iedereen druk bezig is klim ik in de truck en doe alsof ik weg wil rijden, dit veroorzaakt een kleine paniek bij de bestuurder en veel gelach bij de omstanders.
Nanumea
Na nogmaals een nacht doorgebracht te hebben op het dek van de boot komen we bij het eiland dat het verste van het hoofdeiland ligt; Nanumea. Elise die we al eerder op de boot hebben ontmoet en ons al op het eerste eiland van lunch heeft voorziend ontfermt zich over ons. Zij woont hier met haar familie en we zijn van harte welkom. Op de een of andere manier lijkt dit het meest ontwikkelde eiland van degene die ik heb gezien. Er is een mooie baai waar het water rustig genoeg is om in te zwemmen en dat doen we dan ook. In de verte zie ik de kleinzoon van Elise en een vriendje spelen met een zelfgemaakte boot. Het is een ton die dwars doormidden is gezaagd en nu als boot dient. Het is echt leuk om te zien dat kinderen zich hier nog lekker buiten amuseren met elkaar in plaats achter een computer of achter de televisie. Na het zwemmen krijgt Rosa een mooie jurk met bloemen aan en Lasse en ik krijgen een kleurrijke sarong. Als je hier gast bent dan wil degene die gastheer/vrouw is aan iedereen laten zien dat er goed voor de gasten wordt gezorgd. Op deze kleine eilanden weet iedereen alles van elkaar en het wordt als schande gezien als je je gasten niet goed behandeld. Er is dus veel geroddel die als een vuurtje over het eiland verspreidt kan worden, hier noemen ze dat Coconut Radio! Tijdens alle lunchen, en nu dus ook weer, eten eerst de gasten en daarna pas de mensen zelf. In het begin voel je je daar als Westerse nogal vreemd bij, je hebt het gevoel dat iedereen je aan staat te gapen en niet kan wachten totdat je klaar bent met eten. Bij ons wordt netjes het eten opgeschept en dan eet iedereen tegelijk. Dat vinden ze in Tuvalu maar een rare gewoonte.
Het is de bedoeling dat we hier vannacht blijven slapen, we dan de dag erna 's avonds weer terugvaren naar het eerste eiland, Weer een dag uitladen en dan terug gaan naar het hoofdeiland. Maar Tuvalu zou Tuvalu niet zijn als de plannen niet weer worden omgegooid. Terwijl we in kleermakerszit ons avondeten oppeuzelen komt er plots via Coconut Radio het nieuws dat de boot dadelijk al terug gaat naar het hoofdeiland. Het merendeel van de dag is de generator stuk geweest en konden ze niet uitladen. Hij doet het nu af en toe maar niet goed genoeg en het uitladen gaat dus niet meer door. Nogal snel moeten we helaas afscheid nemen van ons gastgezin en iedereen, inclusief ik, vinden dat wel jammer. Graag had ik nog wat meer tijd gehad om hier van dit simpele maar mooie leven te kunnen genieten. In de stromende regen rennen we naar de kade om de boot te halen. Maar wat in Tuvalu “dadelijk” is, is in werkelijk nog 5 uur. Als de regen voorbij is neem ik de taak op me om de lokale kinderen te vermaken met de motorzaagdans en andere lachwekkende taferelen. Onder veel gelach en met telefoontoestellen op me gericht om foto's en filmpjes te maken vermaak ik mijn publiek. Deze gekke buitenlanden zullen ze waarschijnlijk niet snel vergeten ha, ha. Dan is het zover, in een kleine sloep verlaten we het eiland. Een fonkelende sterrenhemel vergezelt ons op onze weg naar de grote boot. En dan plots zien we een paar dolfijnen naast de boot!!!! Alle drie gaan we uit ons dak terwijl de lokale mensen ons maar raar aankijken. Ze komen behoorlijk dicht bij en ik geniet volop. Aan boord blijven we bij de railing staan en dan merken we dat de dolfijnen aan het jagen zijn op de vliegende vissen. Door het slechte ligt kunnen we niet al te ver kijken maar zodra er een vliegende vis voorbij komt vliegen dan weten we dat er zodra een dolfijn voorbij gaat komen. Net zoals de schildpad is dit weer iets wat ik niet had verwacht en mijn ogen glunderen terwijl ik dit spektakel aanschouw. Ik maak een dansje en slaak een aantal kreten.
De lange weg terug
In plaats van de geplande 20 uur terug varen moeten we enigszins uitwijken voor een storm. De geplande 20 uur wordt uiteindelijk 33 uur. De boot wiebelt en schommelt op de terug weg behoorlijk goed maar mijn zeeziekte blijft uit. Aangezien er weinig tot niks te doen is op de boot ligt iedereen voornamelijk uit te rusten of te slapen. Massa's water trekken aan ons voorbij en het is bijna onwerkelijk om niks anders tegen te komen dan zee, zee en nog eens zee.
Om 8:00 in de ochtend op dinsdag komen we aan. Met zeebenen stap ik van de boot en mijn benen hebben een raar gevoel. Het lijkt zelfs moeilijk om recht te lopen en voor mijn gevoel schommel ik heen en weer. Ik snel naar het vliegveld en het blijkt nog steeds mogelijk om diezelfde dag mijn vlucht te halen. Het gaat me allemaal een beetje snel. Na bijna een week op een boot met de gedachte nog langer weg te zijn ben ik nu na 33 uur weer op het hoofdeiland en gaat mijn vlucht over 4 uur weer terug naar Fiji. Nog snel moet ik aangifte doen van de waaier die ik hier heb gekocht en wat andere souvenirs. Alles moet door de overheid goedgekeurd worden en je krijgt een formulier om het mee te nemen naar Fiji. Het kost je 2 dollar en ze kijken niet eens naar wat je hebt gekocht, makkelijke manier van geld verdienen. Dan is het tijd om afscheid te nemen van Rosa en Lasse en van Tuvalu. Ik heb met de twee Denen een hele leuke tijd gehad en was blij dat ze mee waren op de boot, hun aanwezigheid en humor heeft zeer zeker bij gedragen aan mijn reis.
3 x 3 =9 en is meer dan een eerste indruk die voor 2 telt
Zoals Pipi Langkous vroeger al zong: 3 x 3 = 9 , ieder zingt zijn eigen lied. En dat is precies wat ik heb gedaan in Tuvalu. Mijn eigen lied gezongen en mijn eigen plan getrokken en daardoor meer gezien dan de “gemiddelde” bezoeker of expat die hier komt. Er zijn zelfs sommige mensen die landen verzamelen, zoals de vrouw van een Oostenrijks stel me vertelde over haar man die in hetzelfde vliegtuig als ik zat. Ze doen het volgende: ze landen met het vliegtuig, lopen het houten gebouwtje binnen voor hun stempel in het paspoort, lopen naar buiten. Dan weer naar binnen, checken opnieuw in, krijgen een stempel dat ze Tuvalu verlaten en gaan een uur later weer met hetzelfde vliegtuig 1100km terug naar Fiji.
Mensen roepen niet uitbundig “Bula!” zoals in Fiji, of glimlachen en zwaaien spontaan zoals in Vanuatu maar iedereen biedt je onderdak en eten. Iedereen is gewoon zoals hij/zij is, niet meer en niet minder en daardoor krijg je juist dat gevoel echt op een speciale plek te zijn. Het is een piepklein landje en de naam en het feit dat er nauwelijks iemand heen gaat hebben me gefascineerd toen ik deze reis aan het plannen was vorig jaar. Ik heb absoluut geen spijt ervan om naar deze stipjes op de wereldbol te zijn gaan, het was fascinerend en apart. Ik heb genoten. Terwijl het vliegtuig opstijgt en ik een laatste blik kan werpen door het kleine raampje (figuurlijk natuurlijk want er is als genoeg troep op Tuvalu) zie ik het eiland omringt door het groen-blauwe water van de lagune, dat langzaam donker blauw kleurt naarmate de machtige pacific onder me door gaat.
-
04 April 2012 - 17:58
Mariette:
hahahahaha, net als ik denk: "dit is echt het pure leven"... kom ik prompt 2 zinnen later je eigen opmerking tegen :-) alweer een leuk verhaal om te lezen... je zou je reisverhalen eigenlijk moeten publiceren, ik weet zeker dat er een publiek voor is! Zo leuk... ik zit met een big smile zin voor zin "weg te vreten " .... -
05 April 2012 - 10:26
Ans:
SJNOR voor je mooie verhalen!!!!
-
11 April 2012 - 16:55
Aap:
Sta jij er dan ook ooit eens bij stil hoeveel onzin jou ondertussen al is wijsgemaakt door de lokale bevolking? Haha. Mooi is dat! Het klinkt alsof de meligheid al aardig is ingeslagen ten gevolge van de eenzaamheid. Het begint met een kwajongensstreek, maar ondertussen ben je de boel al flink voor de gek aan het houden! Gelukkig geef je ook wat terug door de lokale jeugd allerlei ondeugdelijke dansjes te leren en vast nog een niet vermelde schuine mop of twee ;). Op naar het volgende avontuur!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley