De wildernis van Tanna - Reisverslag uit Port Vila, Vanuatu van Tom Jussen - WaarBenJij.nu De wildernis van Tanna - Reisverslag uit Port Vila, Vanuatu van Tom Jussen - WaarBenJij.nu

De wildernis van Tanna

Door: Tom Jussen

Blijf op de hoogte en volg Tom

17 Februari 2012 | Vanuatu, Port Vila

Tanna
Hier zit ik dan op Tanna, het echte Vanuatu. Terwijl ik dit typ heb ik een uitzicht op zee, het is eb en ik kan de golven zien breken op het koraal en een stukje verder zie ik eilandje als je het zo mag noemen. Het is niet meer dan een rots met 2 bomen erop die net voor het vasteland als een soort pilaar uit het water opruist. Het is Cook's head. Vernoemd naar James Cook die hier in 1774 op Tanna aankwam. Naast me ligt een handjevol pinda's die Peterson me net kwam brengen, net voordat hij te paard een paar koude blikjes cola voor me gaat halen in een nabij gelegen dorp. Pinda's zijn overigens bonen en geen noten zoals veel mensen denken, ze groeien onder de grond en niet aan bomen op struiken. Ze smaken hier anders dan thuis, veel zoeter. Over thuis gesproken, bij het ontbijt is alles redelijk traditioneel maar wat me meteen opviel was dat de theepot op een bierviltje van Heineken stond, toch dat beetje thuis dus, zelfs in Tanna.
Maar hoe ben ik hier gekomen, wat heb ik al gedaan in de afgelopen 2 dagen dat ik hier was, hoe voelt het, wat maak ik mee?
Ik kan 2 antwoorden geven op de eerste vraag, de simpele is: per vliegtuig. De andere gaat een heel stuk terug, om precies te zijn oktober 2006. Het was voor de tijd van het jaar toen erg goed weer, na mijn sollicitatiegesprek bij Vesteda had ik de rest van de vrijdagmiddag vrij. Lekker in de tuin met een boek erbij. Een boek van Paul Theroux die eigenhandig in begin jaren negentig in een kano rond de pacific is gaan varen. Hij is bij lokale stammen gaan overnachten toen toerisme nog niet eens in de kinderschoenen stond in de meeste eilanden van de pacific. In zijn boek beschrijft hij ook Vanuatu en haar eilanden en onder andere ook Tanna, het eiland waar ik nu ben. Dat gedeelte van het boek heeft me toen zo aangegrepen en gefascineerd dat ik er heen wilde. Nu bijna 5 ½ jaar later ben ik er zelf, in de dorpen waar ik toen over heb gelezen.

Tanna is het Vanuatu dat ik wil zien en ik ga je vertellen waarom. Daarvoor neem ik mee terug naar 2 dagen geleden toen mijn Tanna avontuur begon.
Om 7:00 gaat de wekker al af, samen met Stephan, Dennis en Lisa gaan we naar Air Vanuatu. De cycloon heeft Efate (hoofdeiland) gemist en het blijkt dat ook Tanna bespaart is gebleven. We zijn door het dolle heen als we te horen krijgen dat vanaf vandaag weer gevlogen kan worden op Tanna. We boeken onze tickets en pakken onze rugtassen in. De vlucht van 13:00 vertrekt pas een uur later, dat is ook Vanuatu. Het is een soort type vliegtuig a la Ryan air. Vanuit de lucht heb je een mooi uitzicht over Efate en de kleine omringende eilanden, het koraalrif, witte stranden en de blauwe zee. Het is een korte vlucht en we landen dus al snel op het piepkleine vliegveld van Tanna. Niks geen autootjes die de tassen uitladen en op een band zetten, ze worden gewoon handmatig eruit gehaald, op een karretje gezet en naar binnen geduwd. We pakken onze spullen en regelen vervoer naar de andere kant van het eiland, weg van de resorts, op naar de dorpjes en jungle. Het avontuur kan beginnen!
Het begint al bij het vervoer regelen, niemand gaat die kant uit en ze weten niet of de weg wel goed begaanbaar is vanwege de vele regen de afgelopen dagen. Ik tref een vrouw uit Australië die hier werk verricht en we kunnen achter in de pick up mee naar het eerste dorpje. Dit is al super, ik hou van deze ritten over hobbel wegen, achterin een gammele pick up tussen de lokale mensen, op elkaar gepropt tussen rugtassen, voedsel en andere spullen die vervoert worden. Er passeert een andere pick up, de chauffeurs praten met elkaar en even later zitten we in de andere pick up die ons naar onze bestemming gaat brengen. Een bestemming die ongeveer 35 kilometer verderop ligt maar 1 ½ uur duurt. Tussen het stuiteren in de achterbak door staan Stephan en ik rechtop om zoveel mogelijk van het landschap te zien, naar mensen te zwaaien en Halo te roepen (zoals de mensen het hier zeggen). Iedereen is super vriendelijk, zwaait, roept, lacht en foto's maken is absoluut geen probleem. De hele weg heb ik een grote glimlach terwijl we palmbomen voorbij rijden, door plassen water scheuren, bijna onbegaanbare weggetjes doorkruisen. Iedereen loopt hier met een machete rond, niet als wapen maar als werktuig. Bomen kappen, kokosnoten open maken, mango's snijden, bananen uit bomen halen; het is een verplicht iets om mee te nemen naar school naast pen en papier!
Het is niet zozeer de tropische omgeving die er hangt die mijn hart sneller doet laten kloppen, het is de sfeer die je kan proeven en ruiken. Het is het gevoel dat je kan krijgen als je je neus diep in een mooie bloem steekt, je ogen dicht doet en dan via je neus de geur van de bloem in je opneemt, elk neushaartje tintelt en je wordt meegenomen naar een andere plek.

Ik kijk nu even op over mijn schouder naar mijn hutje van planken en een dak van palmbladeren, kleine zwaluwen vliegen geruisloos tussen de bomen, af en toe komt een vlinder voorbij fladderen, ik hoor niks anders dan de zee. Ik ben alleen aan de andere kant van de wereld. Alleen maar zeker niet eenzaam. Ik ben ontspannen en gelukkig.

Terug naar mijn verhaal. Na de geweldige rit komen we aan bij Sunrise Bungalows! Dat klinkt als een naam van luxe resort....niks is minder waar. Er staan hier ongeveer 5 hutjes zoals ik net kort mijn eigen hutje omschreef. Binnen staat uiteraard een bed, van bamboo. Gelukkig een muskietennet. Wonderbaarlijk genoeg een westers toilet en een soort hokje om te douchen. Meer heb je eigenlijk ook niet nodig hier. De huisjes staan een beetje van de grond af om zoveel mogelijk kruipende insecten buiten te houden. Er is geen vaste elektriciteit, alleen 's avonds is er 2 uurtjes elektriciteit via een generator. Net genoeg om dagelijks de batterij van mijn camera op te laden en eventueel mijn laptop van stroom te voorzien om de foto's daar op over te zetten. We maken gebruik van de laatste zonnestralen om een stukje naar beneden te lopen, de bungalows/hutjes liggen op ene heuvel, om naar het kleine strandje te gaan. Daar deel ik met iedereen wat Goldstrike en dan gaan we het water in. Ik heb met snorkel spullen bij me en kan dus genieten van het vele koraal dat hier is. Ik drijf rustig op de stroming mee en zweef als het ware boven het koraal, een heerlijk gevoel. Net voordat de duisternis invalt snellen we terug naar boven voor ons avondmaal. Het is vrij eenvoudig maar zo lekker gemaakt dat ik mijn vingers erbij aflik. Het is haast niet voor te stellen dat ze zulke lekkere maaltijden kunnen maken om een plek zo afgelegen als dit. Dan bedenk ik me dat dat best wel een stomme Westerse gedachte is. Deze mensen hebben geen fast food of opwarm maaltijden, geen AH met kortingspasje. Dit is de manier van koken die ze van generatie op generatie aan elkaar doorgeven. Hier komt geen kookboek aan te passen het is pure ervaring die ik proef in het eten.
Voor we naar bed gaan zitten we nog even buiten, tussen de bomen door zien we de zee die flauw belicht wordt door de maan. Het is niet moeilijk om daar blij van te worden, het lijkt bijna op een prachtig schilderij waar de passie vanaf springt.

Port Resolution
Met z'n vieren maken we de wandeling naar Port Resolution, de weg is onbegaanbaar voor auto's en we worden er dus niet door gestoord. Hier en daar zijn kleine dorpjes, niet meer dan enkele hutjes bij elkaar. Veel dorpen hebben een ander soort geloof. De eerste missionaris die hier kwam en in leven bleef was John Geddie uit Schotland in 1848, alle eerdere missionarissen werden opgegeten. Na hem zijn vele anderen gekomen die er onder andere (uiteindelijk) voor hebben gezorgd dat het kannibalisme is verdwenen. Maar door de sterke band met hun voorouders en cultuur was het moeilijk en duurde het lang voordat een dorp een gedeelte van een ander geloof over nam. Daardoor was het dus onmogelijk 1 geloof over het hele eiland te verspreiden binnen korte tijd. Hierdoor kregen dus meerdere missionarissen van meerder geloven de kans een stukje Tanna aan hun geloof te onderwerpen. Veel dorpjes hebben een bord aan het begon staan maar duidelijk op te lezen is van welk geloof ze zijn. Gelukkig houden de eiland bewoners ook vast aan hun eigen oude tradities, zo is er in elk dorp een dorpshoofd die over alle belangrijke zaken beslist en doen ze hier doodleuk nog aan zwarte magie.
Maar van welk dorp of geloof ze ook zijn de mensen zijn supervriendelijk. Nou heb ik dit wel vaker over andere landen gezegd en er is soms een dunne lijn tussen vriendelijkheid en behulpzaamheid maar dit overtreft alles. Foto's nemen is geen bezwaar, ze vinden het zelfs leuk. Je bent in elk dorp welkom. Mensen maken uit hun zelf een praatje met je, vertellen over hun dorp, nodigen je uit om erbij te komen zitten, ze geven me zelfs bananen en wanneer ze zien dat ik ze niet allemaal in mijn tas krijg geven ze me er een zelf gewezen tas van palmbladeren bij. Ze zijn echt super aardig en vriendelijk, je zou er bijna bang van worden! Er gaat even een gedachte door me heen dat ze me door hun vriendelijkheid en een beetje zwarte magie zover weten te krijgen om in een pot met water
te gaan zitten die op het vuur staat, me overtuigen dat dit een traditie van hun is als er nieuwe gasten zijn en voor dat ik het weet er een dorp Tanna kannibalen aan me zitten te knabbelen.

We lopen het strand op van Port resolution, het zand is zwart door de nabijgelegen vulkaan. Vier kleine kinderen spelen in het zand in hun Adam's kostuum. Ze springen de rivier in die hun op de stroming weer uitspuugt in zee. Een paar tellen later ga ook ik de rivier af en beland in de pacific. Wat een heerlijk leven heb je hier als kind. Overwegend goed weer, niks om je zorgen over te maken, met je vrienden spelen en spetteren in zee. Giechelen als er blanke komen, op de foto en dan jezelf zien op een klein schermpje en je vriendje uitlachen. Deze kinderen en mensen zijn gelukkig in hun samenleving, ze delen alles met elkaar, lachen, praten, zingen maken zich om niks zorgen. Geen koelkast, televisie of playstation om zich te vermaken tegen de verveling. Vanuatu is niet voor niks een paar jaar geleden uitgeroepen tot gelukkigste land van de wereld. Mij maakt het ook gelukkig dus ze hebben er een fan bij. Port resolution is overigens vernoemd naar het schip van James Cook want dit is de plek waar hij aan land is gegaan. Iets verder op ligt Sulphur bay genoemd naar de sterke zwavel geur die er hangt. Daar ontmoette Cook de eerste mensen van Tanna. Communicatie was erg moeilijk maar het eerste dat een lokale deed was blijkbaar aarde oppakken en zeggen: Tanna. Wat in de lokale taal uiteraard aarde betekent en waaraan dit eiland nu haar naam dankt.

Na de verfrissende duik lopen we verder naar een dorpje aan de andere kant. Ik kan gewoon niet omschrijven hoe het is om daar aan te komen. Het aanzicht van de hutjes alleen al neemt je eeuwen mee terug in de tijd alsof je net door de teletijdmachine van professor Barabas hierheen bent geflitst. Kleine varkentjes rennen rond, kippen met kuikentjes scharrelen tussen kokosnoten, ik ontmoet Mary en Wendy die van bananen pure aan het maken zijn, kinderen die spelen tussen de hutten en palmbomen, vrouwen de met grote bladeren de zandweggetjes aan het schoonmaken zijn, overal zie ik een grote rij witte tanden die naar me lachen.....dat alles neemt me mee naar het plek waar zorgen en denken aan morgen niet meer lijken te bestaan. Er valt een grote rust over me heen.
Een rust die ik in Argentinië op een bepaalde manier niet helemaal kon vinden. Ik denk dat Louis dat gevoel ook had. We hebben daar hele mooie dingen gezien die ik nooit had willen missen, maar wat ik wel miste was het gevoel dat Tanna me nu geeft. Een avontuurlijk gevoel, alsof je een soort ontdekkingsreiziger bent en tegelijk een ontspannen gevoel waardoor je intens kan genieten. Ook denk ik aan Mhairi, ik weet gewoon dat ze dit super gaaf zou vinden. Ik stel me voor hoe ze met de mensen uit het dorp zou praten, ze voor de gek zou houden en aan het lachen zou brengen. De vragen die ze zou stellen over hun cultuur, hun leefwijze. Van die soort vragen die me op eerdere reizen al verstelt hebben doen staan omdat ik er zelf nooit op was gekomen. Hoe fantastisch ze dit zou vinden, wetende hoe mooi ze The Gambia heeft gevonden en ondanks dat dit een heel andere land en continent is, ik juist ook de gelijkenissen kan zien.
Het strand is parelwit, het water helder en blauw, nog geen 10 meter het water in begint een koraalrif en de kinderen van Vanuatu spelen erin. Susan en Lea uit het dorp maken in een simpele hut een heerlijke lunch klaar terwijl ik aan de praat raak met mensen uit het dorp. Een volle maag en een handgemaakte tas van palmbladeren met verse bananen rijker, loop ik weer terug naar Sunrise Bungalows.

Vulkaan Mt.Yasur
Gisteren zijn we hem al gepasseerd toen we arriveerden, de actieve vulkaan Mt.Yasur. Vanaf een hobbelige modderige weg tussen de jungle rij je plotseling een grote vlakte op van lava as en stukken hard gesteente. Het is een indrukwekkend aanzicht. De hele dag op Tanna kan je de vulkaan horen grommen en bulderen en zie je rook uit de top komen.
Per 4x4 rijden we erheen. We zitten in de laadklep tussen vier snowboards die we gaan gebruiken om te ashboarden! Het is nog redelijk zwaar werk om tegen de berg op te ploeteren, het as is zo fijntjes dat je bij elke pas vooruit er een halve achteruit glijdt. Door de wind worden de fijne deeltjes overal heen geblazen en blijft het plakken op elke zweetdruppel en zit je dus al snel helemaal onder. Het is even wennen hoe je de snowboards het beste kan gebruiken zonder jezelf in te graven, maar na een tijdje glijden we staand en zittend de helling af. Het is een rare gewaar wording; op een tropisch eiland in de Atlantische oceaan op een snowboard een actieve vulkaan afkomen.

Wanneer de zon langzaam naar de horizon begint te zakken worden alle spullen ingeladen en rijden we via de andere zijde de vulkaan omhoog. Zo'n 5 minuten lopen vanaf de top parkeren we de auto. We kunnen de top al duidelijk zien en elke keer als Mt.Yasur van zich laat horen spuugt hij as de lucht in, honderden meters hoog. Ongeduldig lopen we zo snel mogelijk naar boven toe, daar aangekomen hebben we een indrukwekkend zicht op de krater en zie ik tot mijn verrassing dat de vulkaan twee kraters heeft. Ik krijg weinig tijd om er bij stil te staan want de berg laat van zich horen en stukken lava vliegen omhoog! Waanzinnig! Nergens staan hekken, touwen of zijn er voorzorgsmaatregelen genomen om niet de vulkaan in te vallen, behalve dan het bordje: think safe. De gids kent de vulkaan gelukkig door en door en bekijkt naar welke kant de wind staat. Dan begint het te regenen, zo lijkt het, maar het zijn stukjes fijne as die op me neerdalen. Ik sta gewoon in een asregen van de vulkaan. We vervolgen onze weg over de linkerzijde van de vulkaan, een pad dat ons een stukje hoger op de richel van de krater brengt. De achterste krater is iets minder actief en laat wat minder vaak van zich horen, degene die voor ons ligt is duidelijk de baas. Uit 1 gat blaast hij warme stoom en aswolken, telkens als hij dat doet veroorzaakt hij een enorm gerommel en gebrul, soms zo sterk dat je de warme wind tegen je aan voelt botsen. Het gat ernaast spuugt met regelmaat rode kolkende spetters lava omhoog. Iedereen staat met open mond te kijken. Helaas kunnen we niet recht in de krater naar beneden kijken, er ligt nog een kleine richel voor die dat uitzicht verspert. Het is dus steeds even afwachten totdat je de lava er boven uit ziet komen.
Ik sta dus op een actieve vulkaan, het uitzicht dat ik heb is in een krater met lava, aan de andere zijde is groene jungle en bergen en iets verderop kan ik het water van de pacific zien. Welkom in Jurassic Park.
Het punt waar we staan geeft dus een prachtig uitzicht maar ik wil meer zien. Het lijkt alsof even verderop een beter punt is om recht in de krater te kijken en ik ga op expeditie uit. Als ik het punt nader dat ik in gedachten heb kan ik inderdaad zien dat hier een soort gleuf is en met elke pas die ik zit openbaart de vulkaan zich meer en meer voor me tot ik het punt bereik waarop ik direct in de lava zee kan kijken. Fenomenaal!!!! Het oog van de vulkaan ligt voor me en ik ben naarstig op zoek naar een vinger met een ring om af te bijten en mezelf in de vulkaan te gooien en te roepen: my preciousssss. Opnieuw buldert de vulkaan en ik kan precies zien met wat voor een kracht hij de rook in een rechte lijn tientallen meters de lucht in spuugt. Het duurt enkele seconden en gaat gepaard met veel kabaal. Nadat de druk wegvalt verspreidt de rook zich en ontstaat eerst een soort paddenstoel vorm die daarna overgaat in een grote aswolk. De kolkende massa lava reageert gek genoeg niet altijd op hetzelfde moment maar heeft zijn eigen wil.
Hoe donkerder het wordt des te duidelijker is de roodgloeiende massa te zien en elke spetter die omhoog komt. De lava lijkt wel een hypnotiserende werking op me te hebben. Ik kan mijn aandacht en blik alleen maar op de smeulende massa richten en het voelt alsof de zwaartekracht me naar het middelpunt wilt trekken. Het vulkanische vuurwerk blijft constant doorgaan en voorziet de hemel van aswolken, de duisternis met een rood licht, onderbreekt de stilte met haar gebrul en gesis en voorziet mijn gezicht met een gloed en een glimlach. Boven dit alles prijkt een heldere sterrenhemel met meer sterren dan ik ooit aan de hemel heb zien staan.

In mijn hutje, onder het muskietennet, val ik rustig in een diepe slaap. Het laatste dat ik hoor zijn de golven die op koraalrif breken aan de ene kant en de vulkaan die de aarde doet schudden aan de andere kant.


(ondertussen ben ik alleen, de andere zijn weer vertrokken)
Kava
Kava wordt gemaakt van de wortel van Piper methysticum, een veel voorkomende plant in de pacific. Het drinken ervan is nog steeds een sterke sociale traditie die in veel culturen op de eilanden voorkomt. Het wordt gebruikt voor vriendschap, om geboortes en huwelijken te vieren, tussen dorpen om de banden te sterken en eigenlijk elke avond door de mannen om te relaxen. In tegenstelling tot wat sommige drugs of alcohol kunnen doen is kava een drankje waarvan niemand ooit agressief is geworden. Het effect van het drinken ervan is dat je spieren ontspannen en je een rustig gevoel krijgt. Op het hoofdeiland zijn een paar kava-bars maar die zijn nogal toeristisch dus ik heb ze toen over geslagen, ik wilde het met de eiland bewoners drinken en vandaag is die dag aangebroken. Ik word namelijk door Peterson (mijn gids) uitgenodigd om in de nakamal met de mannen kava te gaan drinken. De nakamal is een gedeelte naast het dorp met een hut en daarom heen een soort cirkel, hier vergaderen de mannen, bespreken ze de dagelijkse gang van zaken en drinken ze de kava. De nakamal is strikt voor mannen net zoals het drankje.

Nadat ik me netjes aan het dorpshoofd en de andere mannen heb voor gesteld ga ik naast Peterson zitten op een stuk stronk en bekijk me alles eens goed. Er zijn een stuk of twaalf dorpsbewoners verspreidt over twee groepen. Er brandt een klein vuurtje en de schemer begint op te zetten. Hier en daar zijn mannen al driftig op de wortel aan het kauwen. Peterson geeft mij ook een wortel en ik bijt er een stuk vanaf en begin te kauwen. Dit zijn geen oranje wortels maar wortels van een plant, het komt rechtstreeks uit de grond en er zit nog wat modder aan. De smaak kan ik niet beschrijven, noch lekker noch vies maar het geeft wel een tintelend gevoel in mijn mond. Echt goed in het kauwen ervan ben ik niet, door de grote hoeveelheid spuug die ik produceer is het maar moeilijk niks af te slikken en om alles binnensmonds te houden. Terwijl ik al grote moeite heb om een klein stuk wortel te kauwen proppen de andere mannen bijna halve struiken naar binnen lijkt het wel. Na 5-10 minuten is er genoeg gekauwd. We staan op en lopen naar een paar bladeren die op de grond liggen, ze zijn zo groot als een hand. Daar laten we om de beurt de gekauwde drap uit onze mond vallen op een blad. Het ziet eruit als dikke pap wat er uit de monden valt, op dat van mij na dat lijkt meer waterige brinta. Voor me liggen nu enkele groene bladeren met daar boven op dus een hoop voorgekauwde plantenwortel van verschillende mensen. Twee mannen gaan tegenover elkaar zitten, zetten twee halve kokosnootdoppen voor zich, pakken een lang smal stuk stof, een kleine dikke stok en een kannetje met water. Ze pakken beide een uiteinde van de stof vast en houden deze boven de kokosnootdoppen. Een ander pak een blad met gekauwde kava en doet die in stof, terwijl er water over heen wordt gegoten en met de stok in wordt geroerd. Aan de onderzijde stroomt een mix van water, kavasap en spuug eruit die in de kokosnotendoppen belandt. Het ziet er uit als modderwater.
Dit is kava, gemaakt op originele manier. Dit is wat ik wilde zien en meemaken. Als enige blanke in een dorpje, op een eilandje dat een speldenprikje is in de Atlantische oceaan zit ik midden in een dagelijks ritueel dat al eeuwen en eeuwen oud is.

Peterson geeft mij een kokosnootdop die bijna tot de rand gevuld is en geeft gelijk aan dat ik niet moet nippen maar de inhoud in 1 klap moet opdrinken. Hij neemt er zelf ook 1 en daar ga ik...glok, glok,glok,glok...en weg is het goedje. Van enkele mensen die ik gesproken heb hoorde ik dat het nogal smerig is maar dat kan ik niet echt zeggen. Lekker is anders maar je drinkt dit ook niet voor de lekkere smaak zoals een cocktail maar voor het effect. Nadat je kava hebt gedronken is het de bedoeling dat je alleen nog maar fluistert, of zelfs helemaal niks meer zegt. De mannen om me heen worden stil en zitten of lopen rustig rond. De drank maakt je niet alleen ontspannen maar zowel geluid als licht kan wat gevoeliger worden voor oren en ogen, vandaar dat het vaak bij het invallen van de avond pas wordt gedronken. Als het erg sterk spul is dan gaan je lippen en tong tintelen en wordt praten iets moeilijker, dat effect blijft mij bespaart. Eigenlijk ben ik best actief en wil juist babbelen, maar ik blijf rustig zitten. Na 15 – 20 minuten voel ik een soort tinteling opkomen vanuit mijn benen en raak ik meer in mezelf. Tussen de schaduwen van de boomtoppen verbaas ik me wederom over de vele zichtbare sterren. Wanneer ik mijn hoofd van links naar rechts beweeg merk ik dat, net zoals wanneer je wat gedronken hebt, het beeld iets later volgt. Er volgt een gevoel van rust en ontspannenheid. Er komt een dorpsbewoner naar me toe en we fluisteren wat, echter het mooie van kava is ook dat je tijdelijk je korte termijn geheugen kan verliezen. Dat heb ik al eerder gezien bij mannen in een dorp waar ik was, ze waren flink onder invloed van kava en vroegen me om de twee minuten op nieuw mijn naam en waar ik vandaan kwam. Nu weet ik dus alleen nog maar dat ik met een dorpsbewoner heb staan fluisteren maar hoelang en waar we het over hebben gehad....??? Kokosnootdop 2 en 3 volgen ook nog maar hebben een minder effect op me merk ik. Ik krijg meer mee van wat er om me heen gebeurd, wat niet veel is maar goed. Her en der verspreidt in het zwakke licht zie ik zwarte contrasten en schaduwen van de mannen. Iedereen lijkt is een gelukkige roes te zijn. Er worden bananen met schil en al op het vuur geroosterd, niet de bananen die wij in de supermarkt kopen maar dikkere en iets anders van vorm. Ik kan mezelf van binnen voelen glimlachen en stel me voor dat ik een soort Goofy uitdrukking op mijn gezicht heb.
Ik bedankt de mannen zo stil als ik en Peterson neemt me mee terug naar mijn bungalow, zo'n 10 minuten lopen in de duisternis. Ik sta versteld hoe goed hij blijkbaar kan zien in het donker terwijl ik probeer zijn blauwe shirt te volgen dat voor me loopt.

Een hele ervaring rijker! Niet alleen het drinken van de kava op zich maar ook het hele ritueel erom heen. Gelukkig niet op een toeristische manier maar gewoon op de originele; kauw, spuug, meng, drink manier. De kava had een erg ontspannen effect op me, helaas kan ik me niet meer alles duidelijk voor de geest halen en is het gevoel moeilijk te omschrijven want je beleeft het op dat moment en achteraf is altijd anders . Als je ooit in de Pacific bent dan moet je het zeker een keer proberen.


Bush walk
Ik besluit een bush walk te gaan doen naar een afgelegen waterval. De hele wandeling moet zo'n drie uur duren (heenweg) en Peterson is natuurlijk mijn gids. Vol goede moed beginnen we met wandelen. Het eerste gedeelte is over de stoffige weg die ik heb gereden in de pick-up toen we hierheen kwamen. Het is zondag en dus kerkdag voor de meeste mensen (behalve de John Frum dorpen die het op vrijdag vieren en de zevendaags activisten die het op zaterdag vieren) en bij het passeren van de dorpjes hoor je vaak gezang. Dat wil ik wel meemaken en ik loop een kerkje binnen en ga zitten. Geen stenen kerk met beelden, mooie vloer, deco wanden of gouden kelken. Niks van dat. Een redelijk gammel houten gebouw, simpele bankjes en vooraan een priester die in tegenstelling tot de vaak monotone preken bij ons zijn passie voor God laat spreken. Tussen de preken door wordt er gezongen, niet door een koor maar door de kerkgangers zelf. Het zijn voornamelijk vrouwen en kinderen en de kerk is klein maar de sfeer is uitstekend. Onder begeleiding van twee gitaren zingen ze opzwepende en ritmische liederen. Iedereen staat, klapt en danst inclusief de priester zelf, prachtig.. Heel iets anders dan de kerkdiensten bij ons.

We vervolgen onze route en al snel nemen we een afslag en het pad wordt smaller. We lopen nu meer tussen de bomen en struiken en sporadisch komen we een dorpje tegen waar we telkens vriendelijk worden ontvangen. Bij 1 van de dorpen moeten we geld betalen om verder te mogen. Dit is normaal in Vanuatu, al het land is verdeeld onder stamhoofden en families en dus ook het gebied rondom de waterval. Je zal altijd toestemming moeten vragen aan de eerste persoon die je tegen komt op een strandje, in een dorp, bij een rivier of waar dan ook om er te mogen lopen. Die toestemming krijg je normaal ook altijd maar je zal hem wel eerst moeten vragen.
Vanaf hier gaat het meer bergopwaarts en dat kan ik voelen. Mijn lichaam is toch wel afgezwakt door het stukken minder eten en minder voedzame eten, voor een blanke dan. Daarnaast is de vochtigheidsgraad ontzettend hoog en ik zweet me te pletter. De bush walk begint steeds meer op een bush hike te lijken. Bij het eerst volgende (en laatste dorp) dat we tegenkomen vul ik mijn waterfles opnieuw en koop bananen. De paar bewoners bekijken hoe ik uitgeput tegen een boom ga zitten, de zweetdruppels vallen niet meer van mijn hoofd maar stromen er langs af. We zijn al 3 ½ onder weg en ik vraag aan Peterson hoelang het nog tot aan de waterval is....het antwoord maakt me niet gelukkig; nog zo'n 30 minuten. De pauze doet me goed en de bananen geven me weer wat energie. Voor even dan want na 10 minuten begint me de moed in de schoenen te zakken en mijn benen zijn al zo zwaar. Er is nauwelijks meer een pad te bekennen en ik strompel maar achter mijn gids aan. Heuvel op en heuvel af, dan weer door een rivier, over rotsen en terug tussen de dik begroeide vegetatie. Ik vind het altijd gaaf om op plekken te komen waar je wat moeite voor moet doen en waar de meeste toeristen niet heen gaan maar dat idee kan me ook worden gestolen terwijl ik echt moeite heb om mijn voeten op te tillen. Ik merk het aan het feit dat ik steeds vaker struikel en in de rivier op mijn plaat ga. Het feit dat ik schrammen oploop aan planten helpt ook al niet. Mijn drive begin ik langzaam te verliezen want ik merk dat ik in gevecht raak met mezelf over doorgaan of stoppen. Buiten dat dit fysiek erg zwaar is begint mijn wilskracht te breken en mijn hoofd te hangen. Er lijkt geen einde te komen aan al het groen om me heen en Peterson lijkt wel een duracell konijntje die maar door blijft gaan. Na een half uur zijn we er nog niet en ik begin me af te vragen of er wel echt een waterval is. Deze tocht hebben ze vast en zeker honderden jaren geleden ook gedaan met de eerste avonturiers en missionarissen. Laat die blanken eerst maar eens flink lopen en zweten naar de heilige offerplaats, dan is het vlees lekker mals als ze aankomen. Degene met de beste conditie is voor het dorpshoofd om op te peuzelen de andere voor de rest van het dorp. In deze staat zou ik dus niet eens het avondmaal van het dorpshoofd worden, hij zou opkijken vanuit zijn kokosnoot vol kava, een afkeurende blik op mijn afgepeigerde lichaam werpen en weer verder gaan met het slurpen van zijn goedje.
Alleen deze humor houd me nog op de been want anders was ik allang gaan zitten en niet meer opgestaan. De pauzes die ik neem volgen elkaar steeds sneller op. Ik ben bekaf. Dan komt eindelijk, eindelijk, eindelijk, na 4 ½ uur ploeteren en zwoegen de verlossing. Ik kan hem horen en een beetje zien tussen de bomen door en als we uit de groene omgeving komen lopen kan ik eindelijk weer genieten. Voor me openbaart zich een 35 meter hoge waterval. Het is een kleine smalle waterval die uitkomt in een groot rond bad. Het water kabbelt bijna onzichtbaar aan twee kanten weg waardoor het eigenlijk lijkt er een kraan openstaat die uitkomt in een wasbak, alleen dan mooier natuurlijk. Het geeft een onrealistisch gevoel en na deze inspanning kan ik niet wachten om even te zwemmen en me te verfrissen. Samen met Peterson loop ik rond de waterval, vanwege zijn redelijk brede boog kan je er makkelijker achterlangs lopen en de waterval dus van alle kanten bekijken. De waterval is echt niet de mooiste die ik heb gezien maar wat hem speciaal maakt is dat hij zo afgelegen is en onbedorven. Ik vraag hoe vaak Peterson mensen meeneemt naar deze waterval en hij geeft toe dat hij dit maar zelden doet. Ik ben ook vast besloten om mensen deze hike af te raden zodat het geen toeristische plek gaat worden, het zou zonde zijn als hier over een tijdje kraampjes staan met souvenirs, koud bier en ijsjes om de toeristen te verwelkom. Hoewel eerlijk is eerlijk op dit moment zou ik graag een koud bier en ijsje willen hebben. Voor nu geniet ik van dit stukje natuur, verscholen achter veel heuvels en groene jungle, moeilijk te bereiken over paden die nauwelijks gebruikt worden.

Het eerste stuk van de terug weg gaat lekker, het water heeft me verfrist en voorzien van nieuwe energie. Echter door de aanhoudende hitte druipt die energie ook weer snel uit me en begint wederom een zware tocht. Het laatste stuk op de heenweg was ik zo bekaf dat ik nu op de terugweg niks meer herken, ik heb dus ook geen indicatie hoever het weer terug lopen is en het enige dat ik wil is terug naar het laatste dorpje. Weer een gevecht met mezelf, mijn benen lijken van lood te zijn en Peterson merkt het. Elke keer als we de rivier over moeten steken neemt hij me op zijn rug, hij draagt mijn tas en neemt me op sleeptouw. Hier hebben ze de uitdrukking Nambawan oftewel Number One, die verdient mijn gids nu dubbel en dik. Ik raak af en toe over verhit en moet gaan zitten. Hoe Peterson dit hele traject doet met een minimum aan water en 3 kleine banaantjes snap ik nog steeds niet. Gelukkig komt er een einde aan de kwelling en bereik ik het dorp, met mijn laatste energie pers ik er een glimlach uit naar de mannen die in de nakamal zitten. Terwijl ik uitgeteld lig scharrelt er een kip voorbij, hoor ik een varken op de achtergrond knorren en beginnen de mannen op kava wortels te kauwen. Weer bij positieven drink ik wederom de kava, indien aangeboden is het namelijk onbeleefd het te weigeren. Het drankje heeft een positief effect en ik krijg weer een positieve stemming. Bergafwaarts kan ik zelfs stukken rennen! Volgende dorp, volgende nakamal, volgende slok kava en dat tot drie keer toe.

Maar ook kava heeft geen oneindige werking en zodra we de “normale” weg weer bereiken ben ik op. Gelukkig komt er een pick-up langs die ons afzet bij mijn hut. Doodmoe en uitgehongerd doe ik mijn best om het eten op mijn vork te krijgen en naar mijn mond te brengen.

Vaatdoekje
Gisteren na de bush walk voelde ik me toch niet zo lekker. Waarschijnlijk een combinatie van te weinig gedronken, te weinig gegeten, te veel inspanning en een paar doppen kava (wellicht was iemands spuug een paar dagen over de datum). Het weinige voedsel dat ik binnen had is helaas in de toiletpot verdwenen. Gelukkig heb ik mijn avondmaal wel binnen kunnen houden. Maar vandaag voel ik me als een slap vaatdoekje. Het is op bed liggen, slapen en proberen zoveel mogelijk energie te besparen. Het liefst zou ik willen eten om weer energie binnen te krijgen maar hier is buiten een redelijk karig ontbijt van crackers met jam, een lunch van mango en avondeten niks te krijgen. Ik merk aan mijn lichaam dat het uitgeput is.

John Frum village
Een klein dorp in Tanna houdt er een speciale religie op na, de John Frum religie. Nadat de missionarissen het christendom op verschillende manieren hadden geïntroduceerd waren er nogal wat oude gewoontes verdwenen. Het verhaal is dat er (waarschijnlijk) een Amerikaan kwam in 1937 die aan deze stam vertelde dat ze in God moesten geloven maar tevens hun oude gewoontes in ere moesten herstellen. Op kannibalisme na dan, anders was het einde John Frum geweest. Hij gaf tevens aan als ze dat zouden doen veel goeds voor hun zou komen. John Frum verdween daarna weer en is nooit meer gezien. Vijf jaar later komt de tweede wereldoorlog naar the pacific en ook naar Vanuatu. Er is nooit gevochten op deze eilanden maar de Amerikanen die er gelegerd waren kwamen met coca cola, sigaretten, snoep, eten in blikken en noem maar op. Dit was vast de weelde die John Frum had beloofd. Tot op de dag van vandaag blijven ze hierin geloven.

Vandaag is John Frum day, ze vieren dit slechts 1 keer in de vier jaar en ik mag dus van geluk spreken dat ik hier ben. Wat me te wachten staat weet ik niet want niemand kan me er iets over vertellen, toen ik er in Port Villa (hoofdstad) naar informeerde kregen ik alleen vragende blikken en soms zelfs een nadrukkelijk vraagteken nadat ze herhaalde wat ik zei: John Frum????
Al vroeg arriveer ik in de ochtend in het dorpje. Er zijn al genoeg mensen in de weer, ook andere dorpen hebben zich hierheen begeven voor deze speciale dag. En een speciale dag zal het zeker worden. Het begint nogal apart, er staan een aantal mannen uit het dorp gekleed in oorlogskostuum op een heuvel en ze beginnen 4 vlaggen te hijsen terwijl bij de ingang van het dorp 2 andere mannen een grote Amerikaanse vlag hijsen. Te midden van dit alles staat een oude donkere man met een grijze baard, gekleed in een officiers tenue. Deze man kom ik later achter is het dorpshoofd (chief) en is tevens de zoon van de man die John Frum terug in 1937 heeft gezien en gesproken. Het lijkt nogal onecht, eilandbewoners in Amerikaanse uniformen, die strak in het gareel staan terwijl een gigantische vlag van een land ver weg omhoog gaat. Ik kijk even om me heen maar ik zie nog steeds overval everzwijntjes lopen, tropische jungle om me heen, hutjes van palmbladeren en een actieve vulkaan op de achtergrond; oké ik ben gelukkig gewoon nog in Vanuatu!
Dan komt er een grote groep mannen aangemarcheerd die een soort grote bommen vasthebben met rode punten, alles gemaakt van hout. Op hun rug en borst zijn staat in rode letters: U.S.A. Op commando van een officier marcheren ze plechtig rond. Dit leger zou makkelijk in staat zijn om een onbewoond alleen te veroveren.
Na deze plechtigheid begint het echt spektakel. Mannen gekleed junglerokjes dansen en stampen op de grond terwijl ze vaak hoge en lage kreten eruit gooien. Doordat het lava zand minder compact is voel ik daadwerkelijk elke stomp op de grond die de groep maakt. Ze stampen en een halve seconde erna voel ik de aarde onder me trillen. Het geeft een extra effect aan de dansen die ze doen. Vrouwen staan erom heen, ook springend en dansend, uitgedost in kleurrijke jurken en vaak met schmink op hun gezicht. Jong en oud doet mee. De cirkel wordt groter gemaakt, mensen lopen in cirkels rond, maken de cirkel weer kleiner, stampen weer met hun blote voeten op de grond en maken er zichtbaar een feestje van. Dit onder toeziend oog van enkele honderden toeschouwers, allemaal dorpen uit Tanna. Te midden daarvan zijn er misschien 15 blanken te bekennen, waaronder een filmploeg. Dit is zeer zeker geen dans die ze op voeren voor toeristen, dit is het echte werk en daardoor geniet ik er des te meer van. Buiten het dansspektakel neem ik ook alles erom heen goed in me op. De mensen aan de kant, hoe ze erbij zitten wat ze dragen. Regelmatig reageren ze met luid gelach en applaus op een dans.
De meeste dansen worden opgevoerd oor het John Frum dorp maar ook andere dorpen hebben hun dansers meegenomen die allemaal hun kunsten vertonen. Het lijkt wel een soort carnaval dance off!
Meerdere mensen hebben een soort gekleurde veer op hun achterhoofd, ik zie erbij die bijna in een soort trance zijn terwijl ze springen, ik hoor het klepperen van een soort noten die ze om hun enkels hebben gebonden en ik proef het stof dat van de grond los komt. Er dansen mannen met houten geweren en ze doen zelfs mijn welbekende motorzaagdans met van hout gemaakte zagen! Wat me opvalt is dat ale deze dansen helemaal niet agressief zijn. De dorpen onderling doen ook geen competitie, dit is puur voor vermaak. Halverwege de dag wordt de dansvloer even vrijgemaakt voor iets anders. De dorpen brengen allemaal voedsel naar het midden toe, van varkens- en kippenvlees tot aardappelen en lokale groenten en fruit. Deze worden op palmbladeren gelegd en daarna door de stamhoofden verdeeld. Nadat dat gebeurd is, terwijl honden en everzwijntjes links en rechts wat meepikken, gaat alles naar een bijbehorend dorp en eet iedereen ervan. Aangezien ik honger heb pak ik met mijn blote handen ook hier en daar wat van de palmbladeren, het goedje smaakt heerlijk. Over de eventuele ziektes die ik oploop maak ik me nu nog geen zorgen, net zoals ik dat niet bij de kava deed.
Als iedereen zijn buik vol heeft gaan ze weer verder met dansen in de bloedhete zon alsof ze niet gestopt zijn. De ene groep dans in een cirkel, de andere vormen een kruis of ene lange rij. Verschillende formaties passeren de revue en ik denk steeds: ga zo door, ga vooral zo door! Achter de dansende groep zie ik allerlei gekleurde Vanuatu paraplu's die de lokale mensen gebruiken om wat schaduw te krijgen. Degene die geen paraplu hebben staan onder een afdak of houden takken vast met grote bladeren. Het is moeilijk te beschreven voor me welke energie er los komt als je dit alles ziet. Ze blijven maar springen en dansen en kreten eruit gooien. Ieder dorp heeft meerdere kostuums zal ik maar zeggen, tropical carnaval in Tanna. De camera ploeg benadert me en vraagt of ze me wat vragen mogen stellen, ze willen namelijk weten waarom ik denk dat de mensen van Vanuatu zo gelukkig zijn (meest gelukkige land van 2007). Ze willen graag mijn visie erop omdat ik anders reis dan de andere mensen die ze het hier gevraagd hebben. Die zijn allemaal op vakantie en doen Tanna 1 of 2 dagen aan terwijl ik er een week zit en naar dorpen loop. Ik geef aan het geen probleem te vinden om voor de camera te verschijnen. Achter ons barst weer een dans en zingparade los en de camera moet dat eerst vastleggen. Terwijl ik nog met veel plezier naar alles zit te kijken en me zit te bedenken waarom ik eigenlijk denk dat de mensen hier zo gelukkig zijn, komt mijn gids naar me toe en geeft aan dat we moeten vertrekken. We hebben nog een behoorlijke hike voor de boeg vandaag naar het volgende dorp en we willen daar voor de duisternis aankomen.
Terwijl ik mijn backpack op mijn rus hijs en wegloopt van deze muzikale en inspirerende gebeurtenis kijk ik nog een keer om. De grote Amerikaanse vlag wappert in de wind, op de achtergrond de mensen van Tanna die de tijd van hun leven hebben. Tja die John Frum heeft het wellicht nog niet zo gek bekeken.

Hike naar Yural village
We beginnen rond 13:45 terwijl de zon zoiets op haar hoogste punt staat. Terwijl ik door het zand ploetert naast de vulkaan breken de zweetdruppels al overal uit. Nog maar 4 uur te gaan denk ik bij mezelf. De backpack lijkt al een ton te wegen maar alles dat erin zit heb ik nodig en ik kan niks weggooien om het gewicht minder te maken. Ik wil zo snel mogelijk uit de zon vandaan. Een half uur later krijg ik mijn zin als we onder de bomen lopen en wederom kleine dorpjes passeren. In de schaduw van de bomen ben ik beschut van de zon maar minder warm is het niet, het is zelfs benauwder. Ik wil zo snel mogelijk op een terras zitten met een koel bier....ik blijf hopen en wachten maar deze wens gaat niet in vervulling. Gelukkig stappen we hier en daar als mijn gids bekende tegen komt. Wat zoiets in elk dorp is want iedereen kent elkaar hier. Terwijl er enkele lokale meelopen met ons die aan het lachen zijn en grappen uithalen, voel ik me een muilezel die maar traag en met zware benen tegen de berghelling oploopt. Dan komt er een welkome verlossing, mijn gids neemt de backpack over en alsof ik een liter Red Bull naar binnen krijg gegooid voel ik weer de energie door mijn lichaam gaan. Het is nog steeds bergop maar dit is toch veel prettiger en ik kan zo werkelijk genieten van alles om me heen. Om de beurt dragen de mannen van het dorp mijn rugtas, zonder problemen zo ziet het uit. Het zijn tengere mannen maar in prima conditie, ze eten weinig en drinken volgens mij alleen in de avond kava en wat kokosnotensap als ze die tegen komen. Dat laatste is voornamelijk het geval telkens als ik dorst heb. Ze mikken een kokosnoot uit de boom, pakken hun machete (die ze altijd bij zich hebben) hakken hem een stuk open en dan drinken we het sap rechtstreeks uit de noot. Nadat de eerste groep “meelopers” een andere route neemt krijg ik de rugtas weer terug, ik ben ze dankbaar (niet voor het teruggeven maar voor het dragen ha, ha) want anders had ik het denk ik niet zover gehaald.

Vanaf hier is het weer samen met de gids verder, het pad wordt wederom smaller en aan de berg lijkt geen einde te komen. Wat was er ook alweer zo leuk aan bush hiken? Niet veel later voegen zich weer lokale mannen bij ons, dit keer zijn het er vier. Voor ik het weet is mijn rugtas weer van mijn schouders en loopt een onbekende zwarte man, zonder schoenen, zonder tanden, met kroeshaar en een oud vies vaal t-shirt met mijn huishouden op zijn rug. In het begin voelde ik me wel schuldig toen ze dit deden maar geloof me als jezelf helemaal stuk gaat en iemand biedt je vrolijk en vriendelijk aan je tas te dragen dan laat hem je hem dat doen. De mannen hebben zichtbaar lol en lijken onvermoeid als we onze weg naar boven maken. Maar ook zij gaan op een gegeven naar een ander pad. Ik bedank ook hun en vraag om een foto. Geen probleem! Terwijl iedereen een houding aanneemt begint de kleinste en oudste man van hun allemaal zich uit te kleden met een hele grote glimlach. Zijn oude voddenshirt gaat uit en dan zijn sarong en daaronder heeft hij zijn traditionele kleding. Niet meer dan een knotje touw met slierten die zijn penis bedekken. Whahaha, ik lag me kapot want dit had ik niet verwacht. Hij lacht ook hardop en zijn ogen schitteren.

De foto geeft me weer wat energie en dat helpt me door het laatste gedeelte terwijl regendruppels op me naar vallen. Van een pas is niet meer veel over, het is meer door planten en struiken lopen. Mijn wanderlschoenen worden kletsnat door de druppels en vocht van de regen en de planten. Telkens als ik mijn voeten verzet hoor ik “klots, klots” vanuit mijn schoenen. Ik kijk tegen de achterkant van mijn eigen rugtas aan vol met de vlaggen van alle landen waar ik ben geweest en vind dat ik die van Vanuatu nu echt wel heb verdient. Als de gids me dan eindelijk naar het hoogste punt heeft geleid en me aangeeft dat we nu alleen nog maar naar beneden gaan lopen doe ik een vreugde dansje...die van korte duur is want de rugtas komt weer bij mij terecht. Naar beneden lopen is makkelijker maar nog steeds vermoeiend maar met de gedachte dat het ergste nu achter de rug is houd ik de moed erin. Wanneer het Yural dorp dan eindelijk na uren lopen in zicht komt kan ik och wel genieten van deze hike. Hij was wederom zwaar maar het is de ervaring die telt en die was weer geweldig.

Yural village
Bij schemering komen we aan in de nakamal waar de mannen al klaar zitten om kava te maken. Ik ontmoet Tom uit het dorp die een hutje voor mij en de gids heeft. Niet meer dan een simpele hut waar precies 2 personen in passen en onze spullen. We zetten mijn spullen neer en spoeden ons terug naar het kava gebeuren. Overal zie en ruik ik weer kleine vuurtjes, of beter gezegd smeulende spullen. Het kauwen is alweer begonnen en enkele bladeren liggen al vol met kava. Door de rook van het vuurtje naast me zie ik een donkerman zitten, gehurkt en zijn mond wijd kauwend open. Ook hij heeft alleen een soort peniskoker van touw aan. Het glimlacht vriendelijk naar me en steekt zijn hand uit die ik beleefd schud. Overal om me heen hoor ik geslurp, gerochel en gespuug; iets dat onlosmakelijk met kava lijkt te zijn verbonden. Er ligt wat voedsel op bladeren naast me waaronder de voor mij nu bekende geroosterde banaan. Na het drinken van de kava zal ook ik ervan eten dat is namelijk de gewoonte hier. De eerste kokosdop is voor de gast en gooi het spul dan ook in 1 keer door mijn slokdarm. He is heel wat sterker dan wat ik tot nu toe heb gehad. Mijn bovenlip tintelt ervan en al snel raak ik in een rustige vrolijke soort roes. Nadat iedereen de kava heeft genuttigd zie je plotseling iedereen verdwijnen in het duister, je hoort iemand naar de bosjes lopen en mannen die allen of met z'n tweeën ergens bij een smeulende hoop gaan zitten. Het is plotseling stil in de nakamal en iedereen heeft zijn eigen plekje opgezocht om zijn eigen kava ervaring te hebben. Ik vind dit zo'n unieke ervaring om hier te zijn. Tussen deze mannen in dit dorp waar de tijd heeft stil gestaan. Dit is zoals ze noemen nog een echt kastom village, een dorp dat vast blijft houden aan zijn oude gewoontes en tradities. Er is dan ook geen vers water in het dorp, geen elektriciteit en nauwelijks mensen die kleding dragen behalve aan wat de natuur hun schenkt. Daar zit ik dan, stil en rustig op een blok hout. Met miljoenen heldere sterren boven me, schaduwen van bomen om me heen en hier en daar geluiden van spugende schaars gekleden bosjesmannen. Hoe veel mooier kan het worden.
Uit het niets komen de mannen terug, net zo snel als dat ze toen straks verdwenen. De kava heeft zijn meeste effect verloren na 45 minuten en het is tijd voor een nieuwe cocktail van spuug, water en wortel. Het tafereel herhaalt zich opnieuw terwijl ik met een guitige glimlach wat eten naar beneden werkt. Sommige dingen zijn omwikkelt met groene bladeren die je in zijn geheel opeet. Wat erin zit weet ik niet en dat is misschien ook wel beter. De tweede kava neemt de vermoeidheid uit mijn benen weg maar heeft tegelijkertijd heeft een slaapverwekkende werking op mijn geest. Terwijl de andere nog blijven zitten om meer kava te drinken ga ik naar mijn hutje toe. Onder het geschuifel en geknor van everzwijnen rondom de blankehut van Oom val ik in slaap.

De geluiden om me heen maken me wakker. De gids is allang op en het dorpsleven is in volle gang. Een ontbijt van lokale groenten en wat vlees gaat naar binnen en ik maak een wandeling door het dorp. Vrouwen dragen rieten rokken en zijn bijna allemaal topless. Mannen en jongens dragen alleen het touw om hun geslachtsdelen en stappen op blote voeten door struiken en gewassen. Het staat me vrij om foto's te maken en dat doe ik ook maar niet constant. De omgeving wil ik in me opnemen en niet alleen van achter de camera. Waar krijg je dit nog te zien op deze manier. Dit is echt en niet opgezet voor als de toeristen komen. Geen rare dansjes of souvenirs, geen bedelende kinderen, geen geld om foto's te maken. Iedereen doet gewoon zijn ding, zwaait en lacht naar me als ik langsloop en maakt een praatje. Als aandenken wil ik graag iets meenemen uit het dorp en ik krijg een gebruikte kava kokosnoot (van de dag ervoren) en zo'n van touw gemaakt kruisbeschermer. Tja, ik vind zelf dat ik hem dan wel aan moet doen als ik in het dorp ben. Ik kleed me om in de holte van een hele grote boom en als ik eruit kom hoor ik ze lachen. Ze stellen het wel op prijs en vinden het grappig dat deze blanke hun schaarse kleding aanheeft. Ach het heeft ook wel wat om met je bijna blote gat hier te lopen. Het past eigenlijk wel bij de omgeving en ik zou bijna vergeten me weer om te kleden als we vertrekken. Het is erg jammer of afscheid te nemen en ik zou eigenlijk graag nog wel een dag met deze mensen van de natuur willen doorbrengen echter we moeten verder want morgen vertrekt mijn vlucht terug. Die gedachte vind ik eigenlijk raar, deze mensen blijven hier zo op deze manier leven en ik zit straks in een vliegtuig terug naar mijn werkelijkheid.

Lenekal
Naast de gids en mezelf lopen Tom en een andere dorpsgenoot met ons mee voor de laatste etappe van mijn Tanna avontuur. De rugtas gaat weer van de ene op de andere rug en na dik twee uur lopen komen we aan in Lenekal. Het grootste dorp van Tanna in de buurt van het vliegveld. Bij de omvang moet je je een straat van 200 meter voorstellen met een paar simpele huisjes en winkels, niet meer dan dat. Robertson, mijn gids, krijgt een dikke knuffel en een flinke fooi vanwege zijn voortreffelijke diensten. Zonder hem had ik dit nooit gedaan en ook niet gehaald daar kan ik wel eerlijk in zijn. Daarnaast was hij erg leuk gezelschap en dat heeft mijn hikes weer dat extra gegeven. Terwijl hij in een 4x4 truck stapt en terug gaat naar de andere kant van het eiland eet ik in de avond chinees. Want chinezen zijn overal op de wereld ben ik tijdens mijn reizen al achter gekomen. Als ik in het midden van de warme nacht wakker word van een rat die boven het plafond zit en knaagt mis ik mijn simpele hut met een dak van palmbladeren waar het gezang van krekels, de zee en een actieve vulkaan me in slaap brachten.

Het geluk van Vanuatu
De vraag van de filmploeg in het John Frum dorp waarom ik denk dat de mensen hier zo gelukkig zijn blijft hangen in mijn hoofd en ik ben op zoek naar een antwoord. Pas als ik het een beetje loslaat en bedenk waarom ik zo gelukkig ben geweest in Tanna krijg ik het antwoord. De mensen hier houden vast aan hun oude tradities en geloof. De chief maakt in belangrijke situaties de keuzes en iedereen respecteert die. Ze hebben respect voor elkaar, voor de aarde en voor de dieren. Ze omhelzen het geluk in de simpele dingen van alledag. Geen televisie of playstation hier, de kinderen spelen met elkaar in groepsverband in de bush bush of op het strand. Ik heb geen scheldende of kwade mensen gezien, iedereen maakt een babbeltje met elkaar en letterlijk elk gesprek eindigt met gelach. Daarnaast is er nog een heel belangrijk element, wellicht wel het belangrijkste: ze delen alles eerlijk met elkaar. Mhairi zegt altijd: sharing is caring en ik vind deze uitspraak absoluut van toepassing op deze mensen.

“Greatness does not lie in how much somebody has, but in how much he is willing to share with others”



  • 23 Februari 2012 - 19:47

    Laura:

    Prachtig verhaal Tom! Krijg er gewoon zin in om er zelf heen te gaan. Geniet van de rest van je reis!

    Lau

  • 24 Februari 2012 - 03:54

    Mariette:

    Hallo Tom, Heerlijk je verhalen!! Top dat je weer op avontuur bent :-) en je hebt gelijk "greatness does not lie in how much somebody has.... "Geniet van je reis.... die is altijd belangrijker dan het "doel" wat anderen vaak zoeken!!

  • 20 Maart 2012 - 18:46

    Aap:

    Je begint je als een ware schrijver te ontpoppen Motje! Tijdens het lezen van je prachtige verhalen werd ik -tot mijn grote irritatie- opgeschrikt door een medewerker die me vroeg of ik de slagboom open kon doen. Ohja, ik zit (stiekem) op mijn te lezen. Oeps! Ik raak zo verloren in de manier waarop je schrijft dat ik mezelf waan in de natuur en liefde van het Tanna uit dit blog. Bedankt!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Tom

Reizen is mijn passie, mijn passie maak ik waar, elke dag in gedachten en zo vaak mogelijk in werkelijkheid. The world is out there...travel it!

Actief sinds 28 Nov. 2011
Verslag gelezen: 1171
Totaal aantal bezoekers 49907

Voorgaande reizen:

29 Oktober 2011 - 29 April 2012

DownKunder

Landen bezocht: